Translate tussenmuurtje from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

tussenmuurtje:
- pared divisoria; pared; raya; cosecha; tiro; disparo; división; divorcio; separación; tabique; mampara; tapia; chute; germinación; enmaderamiento; pared medianera; revestimiento de madera
tussenmuur:
- pared; raya; cosecha; disparo; separación; chute; enmaderamiento; cara; revestimiento de madera; pequeño tabique; barrera; tabique; pared divisoria; pared medianera

Dutch

Detailed Translations for tussenmuurtje from Dutch to Spanish

tussenmuurtje:

tussenmuurtje [het ~] noun

het tussenmuurtje
la pared divisoria; la pared; la raya; la cosecha; el tiro; el disparo; la división; el divorcio; la separación; el tabique; la mampara; la tapia; el chute; la germinación; el enmaderamiento; la pared medianera; el revestimiento de madera
- pared divisoria [la ~] noun
- pared [la ~] noun
- raya [la ~] noun
- cosecha [la ~] noun
- tiro [el ~] noun
- disparo [el ~] noun
- división [la ~] noun
- divorcio [el ~] noun
- separación [la ~] noun
- tabique [el ~] noun
- mampara [la ~] noun
- tapia [la ~] noun
- chute [el ~] noun
- germinación [la ~] noun
- enmaderamiento [el ~] noun
- pared medianera [la ~] noun
- revestimiento de madera [el ~] noun

Translation Matrix for tussenmuurtje:

Noun	Related Translations	Other Translations
chute	tussenmuurtje	afscheiding; beschot; hek; hekwerk; schot; tussenmuur; tussenschot
cosecha	tussenmuurtje	afscheiding; beschot; druivenoogst; hek; hekwerk; krop; oogst; opbrengst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; opeengepakte bladeren; pluk; product; rendement; schot; tussenmuur; tussenschot; uitkomst; voortbrengsel; wijnoogst
disparo	tussenmuurtje	afscheiding; beschieting; beschot; geweerschot; hek; hekwerk; schot; schot van een geweer; tussenmuur; tussenschot
división	tussenmuurtje	afbreking; afdeling; afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing; aftakking; arrangement; brigade; departement; detachement; divisie; driesprong; indeling; legerafdeling; opdeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking; sectie; splitsing; tak; vakgroep; verdeling; vertakking; wegsplitsing
divorcio	tussenmuurtje	echtscheiding
enmaderamiento	tussenmuurtje	afscheiding; beschot; betimmering; hek; hekwerk; houtversiering; lambrisering; schot; tussenmuur; tussenschot
germinación	tussenmuurtje	kieming
mampara	tussenmuurtje	afscheiding; hek; hekwerk; kamerscherm; tochtscherm
pared	tussenmuurtje	afscheiding; beschot; heining; muur; schot; tussenmuur; tussenschot
pared divisoria	tussenmuurtje	afscheiding; hek; hekwerk; scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand
pared medianera	tussenmuurtje	afscheiding; hek; hekwerk; scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand
raya	tussenmuurtje	afscheiding; band; beschot; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; hek; hekwerk; kras; lijn; linie; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; schot; streep; tussenmuur; tussenschot; volume
revestimiento de madera	tussenmuurtje	afscheiding; beschot; betimmering; houtbekleding; houtversiering; lambrisering; schot; tussenmuur; tussenschot
separación	tussenmuurtje	afkoppelen; afscheiding; afsplitsing; afzondering; antigeleiding; beschot; grens; grenslijn; isolatie; isolator; isolering; lijn die de grensscheiding aangeeft; schot; tussenmuur; tussenschot
tabique	tussenmuurtje	afscheiding; dwarsschot; hek; hekwerk; scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand
tapia	tussenmuurtje	hekwerk; rasterwerk; schutting
tiro	tussenmuurtje	gooi; handeling van gooien; schietbaan; worp
Not Specified	Related Translations	Other Translations
división		divisie

Related Words for "tussenmuurtje":

tussenmuur

tussenmuurtje form of tussenmuur:

tussenmuur [de ~ (m)] noun

de tussenmuur (tussenschot; afscheiding; beschot; schot)
la pared; la raya; la cosecha; el disparo; la separación; el chute; el enmaderamiento; la cara; el revestimiento de madera; el pequeño tabique
- pared [la ~] noun
- raya [la ~] noun
- cosecha [la ~] noun
- disparo [el ~] noun
- separación [la ~] noun
- chute [el ~] noun
- enmaderamiento [el ~] noun
- cara [la ~] noun
- revestimiento de madera [el ~] noun
- pequeño tabique [el ~] noun
de tussenmuur (scheidsmuur; tussenwand)
la barrera; el tabique; la pared divisoria; la pared medianera
- barrera [la ~] noun
- tabique [el ~] noun
- pared divisoria [la ~] noun
- pared medianera [la ~] noun

Translation Matrix for tussenmuur:

Noun	Related Translations	Other Translations
barrera	scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand	afdichting; afgrendeling; afsluitboom; afsluiting; barricade; belemmering; dichtmaken; dorpel; drempel; het afsluiten; hindernis; hinderpaal; kamerwand; obstructie; roadblock; slagboom; sluitboom; sluiting; spoorboom; verhindering; versperring; wand
cara	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	aangezicht; aanzien; buitenkant; cara; gedaante; gelaat; gezicht; kijk; panorama; prospect; type; uiterlijk; uitzicht; vergezicht; verschijning; vertoon; vooreind; vooreinde; voorkomen; voorste gedeelte; vorm; vue; zicht
chute	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; hek; hekwerk; tussenmuurtje
cosecha	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; druivenoogst; hek; hekwerk; krop; oogst; opbrengst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; opeengepakte bladeren; pluk; product; rendement; tussenmuurtje; uitkomst; voortbrengsel; wijnoogst
disparo	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; beschieting; geweerschot; hek; hekwerk; schot van een geweer; tussenmuurtje
enmaderamiento	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; beschot; betimmering; hek; hekwerk; houtversiering; lambrisering; tussenmuurtje
pared	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	heining; muur; tussenmuurtje
pared divisoria	scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand	afscheiding; hek; hekwerk; tussenmuurtje
pared medianera	scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand	afscheiding; hek; hekwerk; tussenmuurtje
pequeño tabique	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; hek; hekwerk
raya	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afscheiding; band; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; hek; hekwerk; kras; lijn; linie; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; streep; tussenmuurtje; volume
revestimiento de madera	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	beschot; betimmering; houtbekleding; houtversiering; lambrisering; tussenmuurtje
separación	afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot	afkoppelen; afscheiding; afsplitsing; afzondering; antigeleiding; grens; grenslijn; isolatie; isolator; isolering; lijn die de grensscheiding aangeeft; tussenmuurtje
tabique	scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand	afscheiding; dwarsschot; hek; hekwerk; tussenmuurtje

Related Words for "tussenmuur":

tussenmuren, tussenmuurtje

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate tussenmuurtje from Dutch to Spanish

Detailed Translations for tussenmuurtje from Dutch to Spanish

tussenmuurtje:

tussenmuurtje [het ~] noun

het tussenmuurtje

Translation Matrix for tussenmuurtje:

Related Words for "tussenmuurtje":

tussenmuurtje form of tussenmuur:

tussenmuur [de ~ (m)] noun

de tussenmuur (tussenschot; afscheiding; beschot; schot)

de tussenmuur (scheidsmuur; tussenwand)

Translation Matrix for tussenmuur:

Related Words for "tussenmuur":