Adjective | Related Translations | Other Translations |
consumido
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
verbruikt; verteerd
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
como un espárrago
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
|
delgaducho
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
berooid; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; gierig; iel; inhalig; karig; krenterig; lang en dun; mager; pover; rank; schraal; schraperig; schriel; slank; spichtig; sprieterig; tenger; vrekkig
|
demacrado
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
graatachtig; graatmager; totaal vermagerd
|
esquelético
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
graatachtig; graatmager; gratig; knokig; scharminkelig; totaal vermagerd; vol graten
|
flaco
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
berooid; dor; droog; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; rank; schraal; schriel; slank; spichtig; spinachtig; sprieterig; sprietig; tenger
|
huesudo
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
beenachtig; benig; bonkig; botachtig; knokig; op een been lijkend; op een bot lijkend; scharminkelig; schonkig
|
hundido
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
gezakt; gezonken; ingevallen; verzakt
|
macilento
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
graatachtig; graatmager; totaal vermagerd
|
magro
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
armzalig; berooid; dun; dun van gestalte; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lang en dun; luttel; mager; piekerig; pover; rank; schamel; schraal; schriel; slank; spichtig; spinachtig; sprietig; tenger; weinig
|
puntiagudo
|
broodmager; uitgemergeld; uitgeteerd
|
bijdehand; gevat; kien; lang en dun; mager; piekerig; pienter; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spichtig; spinachtig; spits; spitsig; spitsvormig; sprietig; toegespitst; uitgekookt; uitgeslapen; vlijmend; vlijmscherp
|