Dutch
Detailed Translations for uitwuiven from Dutch to Spanish
uitwuiven:
-
uitwuiven
Conjugations for uitwuiven:
o.t.t.
- wuif uit
- wuift uit
- wuift uit
- wuifen uit
- wuifen uit
- wuifen uit
o.v.t.
- wuifde uit
- wuifde uit
- wuifde uit
- wuifden uit
- wuifden uit
- wuifden uit
v.t.t.
- heb uitgewuifd
- hebt uitgewuifd
- heeft uitgewuifd
- hebben uitgewuifd
- hebben uitgewuifd
- hebben uitgewuifd
v.v.t.
- had uitgewuifd
- had uitgewuifd
- had uitgewuifd
- hadden uitgewuifd
- hadden uitgewuifd
- hadden uitgewuifd
o.t.t.t.
- zal uitwuiven
- zult uitwuiven
- zal uitwuiven
- zullen uitwuiven
- zullen uitwuiven
- zullen uitwuiven
o.v.t.t.
- zou uitwuiven
- zou uitwuiven
- zou uitwuiven
- zouden uitwuiven
- zouden uitwuiven
- zouden uitwuiven
en verder
- ben uitgewuifd
- bent uitgewuifd
- is uitgewuifd
- zijn uitgewuifd
- zijn uitgewuifd
- zijn uitgewuifd
diversen
- wuif uit!
- wuift uit!
- uitgewuifd
- uitwuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitwuiven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
despedir | afdanken; afschaffen; aftreding; ontslaan; uit de dienst ontslaan | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
decir adiós con la mano | uitwuiven | |
despedir | uitwuiven | aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afwijzen; congé geven; declameren; dwingen ontslag te nemen; ecarteren; eruit gooien; hoogdravend praten; opsturen; oreren; posten; sturen; toezenden; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren |