Dutch
Detailed Translations for verdor from Dutch to Spanish
verdorren:
Conjugations for verdorren:
o.t.t.
- verdor
- verdort
- verdort
- verdoren
- verdoren
- verdoren
o.v.t.
- verdorde
- verdorde
- verdorde
- verdorden
- verdorden
- verdorden
v.t.t.
- heb verdord
- hebt verdord
- heeft verdord
- hebben verdord
- hebben verdord
- hebben verdord
v.v.t.
- had verdord
- had verdord
- had verdord
- hadden verdord
- hadden verdord
- hadden verdord
o.t.t.t.
- zal verdorren
- zult verdorren
- zal verdorren
- zullen verdorren
- zullen verdorren
- zullen verdorren
o.v.t.t.
- zou verdorren
- zou verdorren
- zou verdorren
- zouden verdorren
- zouden verdorren
- zouden verdorren
diversen
- verdor!
- verdort!
- verdord
- verdorrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdorren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
marchitarse | verwelking | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
desecar | indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen | droogleggen; indijken; inpolderen |
deshidratarse | indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen | drogen; opdrogen |
marchitarse | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | wegslinken |
resecarse | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | verschralen |
External Machine Translations: