Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vereenzamen:


Dutch

Detailed Translations for vereenzamen from Dutch to Spanish

vereenzamen:

vereenzamen verb (vereenzaam, vereenzaamt, vereenzaamde, vereenzaamden, vereenzaamd)

  1. vereenzamen

Conjugations for vereenzamen:

o.t.t.
  1. vereenzaam
  2. vereenzaamt
  3. vereenzaamt
  4. vereenzamen
  5. vereenzamen
  6. vereenzamen
o.v.t.
  1. vereenzaamde
  2. vereenzaamde
  3. vereenzaamde
  4. vereenzaamden
  5. vereenzaamden
  6. vereenzaamden
v.t.t.
  1. ben vereenzaamd
  2. bent vereenzaamd
  3. is vereenzaamd
  4. zijn vereenzaamd
  5. zijn vereenzaamd
  6. zijn vereenzaamd
v.v.t.
  1. was vereenzaamd
  2. was vereenzaamd
  3. was vereenzaamd
  4. waren vereenzaamd
  5. waren vereenzaamd
  6. waren vereenzaamd
o.t.t.t.
  1. zal vereenzamen
  2. zult vereenzamen
  3. zal vereenzamen
  4. zullen vereenzamen
  5. zullen vereenzamen
  6. zullen vereenzamen
o.v.t.t.
  1. zou vereenzamen
  2. zou vereenzamen
  3. zou vereenzamen
  4. zouden vereenzamen
  5. zouden vereenzamen
  6. zouden vereenzamen
diversen
  1. vereenzaam!
  2. vereenzaamt!
  3. vereenzaamd
  4. vereenzamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vereenzamen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aislar vereenzamen afscheiden; afsplijten; afsplitsen; afzijdig stellen; afzonderen; apart zetten; beperken; bijsluiten; bijvoegen; buitensluiten; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; isoleren; limiteren; toevoegen; uitsluiten
quedarse solo vereenzamen alleen blijven; overblijven