Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verlagend:
  2. verlagen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verlagend from Dutch to Spanish

verlagend:


verlagen:

Conjugations for verlagen:

o.t.t.
  1. verlaag
  2. verlaagt
  3. verlaagt
  4. verlagen
  5. verlagen
  6. verlagen
o.v.t.
  1. verlaagde
  2. verlaagde
  3. verlaagde
  4. verlaagden
  5. verlaagden
  6. verlaagden
v.t.t.
  1. heb verlaagd
  2. hebt verlaagd
  3. heeft verlaagd
  4. hebben verlaagd
  5. hebben verlaagd
  6. hebben verlaagd
v.v.t.
  1. had verlaagd
  2. had verlaagd
  3. had verlaagd
  4. hadden verlaagd
  5. hadden verlaagd
  6. hadden verlaagd
o.t.t.t.
  1. zal verlagen
  2. zult verlagen
  3. zal verlagen
  4. zullen verlagen
  5. zullen verlagen
  6. zullen verlagen
o.v.t.t.
  1. zou verlagen
  2. zou verlagen
  3. zou verlagen
  4. zouden verlagen
  5. zouden verlagen
  6. zouden verlagen
diversen
  1. verlaag!
  2. verlaagt!
  3. verlaagd
  4. verlagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
abreviar afkorten; bekorten; inkorten; korter maken; verkorten
VerbRelated TranslationsOther Translations
abreviar lager maken; verlagen achteruitgaan; afkorten; afnemen; bekorten; declineren; inkorten; kort samenvatten; korten; korter maken; minder worden; recapituleren; samenvatten; verkorten
aminorar afprijzen; lager maken; reduceren; verlagen; verminderen afnemen; inkrimpen; kleiner maken; krimpen; minder worden; minimaliseren; ophouden; slinken; temporiseren; verkleinen; verminderen; vertragen
atenuar afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen afnemen; dichtslaan; dichtwerpen; inkrimpen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen
bajar el precio afprijzen; lager maken; reduceren; verlagen; verminderen
rebajar afprijzen; lager maken; reduceren; verlagen; verminderen achteruitgaan; afnemen; declineren; kleiner maken; minder worden; minimaliseren; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; verkleinen
reducir afnemen; afprijzen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen achteruitgaan; afbreuk doen aan; afnemen; beknotten; benadelen; beperken; declineren; herleiden; inkrimpen; kleiner maken; krimpen; minder maken; minder worden; minimaliseren; neerleggen; onderuit halen; schaden; slinken; terugdraaien; terugdrijven; terugdringen; terugschroeven; terugvoeren; verkleinen; verminderen
reducirse afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen afnemen; dalen; declineren; door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; inkrimpen; kleiner worden; krimpen; minder worden; minderen; slinken; tanen; teruggaan; verdikken; verminderen; vervallen

Wiktionary Translations for verlagen:

verlagen
verb
  1. op een lager peil brengen

Cross Translation:
FromToVia
verlagen reducir; menguar; suprimir abate — to bring down or reduce to a lower state
verlagen bajar; inclinar abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
verlagen envilecer avilirrendre vil, abject, méprisable.