Dutch
Detailed Translations for vernikkelen from Dutch to Spanish
vernikkelen:
-
vernikkelen
Conjugations for vernikkelen:
o.t.t.
- vernikkel
- vernikkelt
- vernikkelt
- vernikkelen
- vernikkelen
- vernikkelen
o.v.t.
- vernikkelde
- vernikkelde
- vernikkelde
- vernikkelden
- vernikkelden
- vernikkelden
v.t.t.
- heb vernikkeld
- hebt vernikkeld
- heeft vernikkeld
- hebben vernikkeld
- hebben vernikkeld
- hebben vernikkeld
v.v.t.
- had vernikkeld
- had vernikkeld
- had vernikkeld
- hadden vernikkeld
- hadden vernikkeld
- hadden vernikkeld
o.t.t.t.
- zal vernikkelen
- zult vernikkelen
- zal vernikkelen
- zullen vernikkelen
- zullen vernikkelen
- zullen vernikkelen
o.v.t.t.
- zou vernikkelen
- zou vernikkelen
- zou vernikkelen
- zouden vernikkelen
- zouden vernikkelen
- zouden vernikkelen
diversen
- vernikkel!
- vernikkelt!
- vernikkeld
- vernikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vernikkelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
niquelar | vernikkelen |
Wiktionary Translations for vernikkelen:
vernikkelen
Cross Translation:
verb
-
een voorwerp bedekken met een dun laagje nikkel
- vernikkelen → niquelar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vernikkelen | → niquelar | ↔ nickel — to plate with nickel |