Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- visiteren:
-
Wiktionary:
- visiteren → inspeccionar
- visiteren → inspeccionar
Dutch
Detailed Translations for visiteer from Dutch to Spanish
visiteren:
-
visiteren (fouilleren)
Conjugations for visiteren:
o.t.t.
- visiteer
- visiteert
- visiteert
- visiteren
- visiteren
- visiteren
o.v.t.
- visiteerde
- visiteerde
- visiteerde
- visiteerden
- visiteerden
- visiteerden
v.t.t.
- heb gevisiteerd
- hebt gevisiteerd
- heeft gevisiteerd
- hebben gevisiteerd
- hebben gevisiteerd
- hebben gevisiteerd
v.v.t.
- had gevisiteerd
- had gevisiteerd
- had gevisiteerd
- hadden gevisiteerd
- hadden gevisiteerd
- hadden gevisiteerd
o.t.t.t.
- zal visiteren
- zult visiteren
- zal visiteren
- zullen visiteren
- zullen visiteren
- zullen visiteren
o.v.t.t.
- zou visiteren
- zou visiteren
- zou visiteren
- zouden visiteren
- zouden visiteren
- zouden visiteren
diversen
- visiteer!
- visiteert!
- gevisiteerd
- visiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for visiteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
cachear | fouilleren; visiteren | |
inspeccionar | fouilleren; visiteren | aankijken; bekijken; beproeven; bezichtigen; blikken; blikken werpen; controleren; examineren; gadeslaan; inspecteren; keuren; kijken; monsteren; monsters nemen; onderzoeken; overzien; schouwen; testen; toeschouwen |
registrar | fouilleren; visiteren | boeken; documenteren; doorzoeken; in zich opnemen; inboeken; inschrijven; noteren; opgeven; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
registrar | boeken |
Wiktionary Translations for visiteren:
visiteren
Cross Translation:
verb
-
ter plaatse of aan den lijve onderzoeken op smokkelwaar b.v. fouilleren
- visiteren → inspeccionar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• visiteren | → inspeccionar | ↔ inspecter — examiner avec attention. |
External Machine Translations: