Dutch
Detailed Translations for voorbestemmen from Dutch to Spanish
voorbestemmen:
-
voorbestemmen (voorbeschikken)
predestinar-
predestinar verb
-
Conjugations for voorbestemmen:
o.t.t.
- bestem voor
- bestemt voor
- bestemt voor
- bestemmen voor
- bestemmen voor
- bestemmen voor
o.v.t.
- bestemde voor
- bestemde voor
- bestemde voor
- bestemden voor
- bestemden voor
- bestemden voor
v.t.t.
- heb voorbestemd
- hebt voorbestemd
- heeft voorbestemd
- hebben voorbestemd
- hebben voorbestemd
- hebben voorbestemd
v.v.t.
- had voorbestemd
- had voorbestemd
- had voorbestemd
- hadden voorbestemd
- hadden voorbestemd
- hadden voorbestemd
o.t.t.t.
- zal voorbestemmen
- zult voorbestemmen
- zal voorbestemmen
- zullen voorbestemmen
- zullen voorbestemmen
- zullen voorbestemmen
o.v.t.t.
- zou voorbestemmen
- zou voorbestemmen
- zou voorbestemmen
- zouden voorbestemmen
- zouden voorbestemmen
- zouden voorbestemmen
diversen
- bestem voor!
- bestemt voor!
- voorbestemd
- voorbestemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorbestemmen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
predestinar | voorbeschikken; voorbestemmen |
Wiktionary Translations for voorbestemmen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorbestemmen | → destinar | ↔ slate — destine |