Dutch
Detailed Translations for zinnens from Dutch to Spanish
zinnens form of zinnen:
-
de zinnen (volzinnen)
-
zinnen (plan beramen; bedenken; verzinnen; beramen)
Conjugations for zinnen:
o.t.t.
- zin
- zint
- zint
- zinnen
- zinnen
- zinnen
o.v.t.
- zon
- zon
- zon
- zonnen
- zonnen
- zonnen
v.t.t.
- heb gezonnen
- hebt gezonnen
- heeft gezonnen
- hebben gezonnen
- hebben gezonnen
- hebben gezonnen
v.v.t.
- had gezonnen
- had gezonnen
- had gezonnen
- hadden gezonnen
- hadden gezonnen
- hadden gezonnen
o.t.t.t.
- zal zinnen
- zult zinnen
- zal zinnen
- zullen zinnen
- zullen zinnen
- zullen zinnen
o.v.t.t.
- zou zinnen
- zou zinnen
- zou zinnen
- zouden zinnen
- zouden zinnen
- zouden zinnen
diversen
- zin!
- zint!
- gezonnen
- zinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zinnen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
frases | volzinnen; zinnen | |
oraciones | volzinnen; zinnen | grafrede; lijkrede |
sentidos | volzinnen; zinnen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
inventar un plan | bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen | |
tramar | bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen | bebroeden; broeden; uitbroeden; warmhouden; zinnen op |
urdir | bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen | zinnen op |
Related Words for "zinnen":
Wiktionary Translations for zinnen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zinnen | → meditar | ↔ méditer — réfléchir sur quelque chose, l’examiner mûrement, de manière à l’approfondir. |
• zinnen | → gustar; complacer; agradar | ↔ plaire — Agréer, être agréable (Sens général) |
• zinnen | → reflejar; reflexionar; meditar | ↔ réfléchir — À trier |
• zinnen | → soñar; pensar | ↔ songer — (vieilli) voir en songe, rêver. |