Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zonnig:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for zonnig:
    • soleado


Dutch

Detailed Translations for zonnig from Dutch to Spanish

zonnig:


Translation Matrix for zonnig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
alegre blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bevredigd; bezet; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; fleurig; frivool; geagiteerd; genoeg; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; heugelijk; heuglijk; hooggekleurd; hups; jolig; kleurrijk; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; losjes; luchthartig; luchtig; monter; opgetogen; opgewekt; speels; tevreden; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; vergenoegd; verheugd; verhit; verzadigd; voldaan; vrolijk; welgemoed; welgestemd; wuft

Related Words for "zonnig":

  • zonniger, zonnigere, zonnigst, zonnigste, zonnige

Related Definitions for "zonnig":

  1. met veel zonneschijn1
    • het was een zonnige dag1

Wiktionary Translations for zonnig:

zonnig
adjective
  1. zonovergoten, met zonneschijn

Cross Translation:
FromToVia
zonnig asoleado; soleado sunny — weather, day
zonnig soleado sonnig — sich auf die Sonne beziehend, in der Art und Weise der Sonne, von der Sonne beschienen