Noun | Related Translations | Other Translations |
compagnon
|
echtgenoot; eega; levensgezel; levenspartner; man; partner
|
compagnon; firmant; gabber; geestverwant; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; levensgezel; levenspartner; maat; maatje; makker; medestander; metgezel; pal; partner; spitsbroeder; vriend
|
conjoint
|
echtgenoot; eega; levensgezel; levenspartner; man; partner
|
levensgezel; levenspartner; partner
|
mari
|
echtgenoot; eega; levensgezel; levenspartner; man; partner
|
levensgezel; levenspartner; partner
|
partenaire
|
echtgenoot; eega; levensgezel; levenspartner; man; partner
|
bondgenoot; echtgenote; firmant; gade; gemalin; gezel; gezellin; maat; medestander; medestrijder; metgezel; partner; vrouw
|
époux
|
echtgenoot; eega; gade; levensgezel; levenspartner; man; partner
|
levensgezel; levenspartner; partner; wederhelft
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
partenaire
|
|
partner
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
conjoint
|
|
gemeenschappelijk; gezamenlijk; met zijn allen; tezamen
|