Dutch
Detailed Translations for opslag geven from Dutch to French
opslag geven:
-
opslag geven
Conjugations for opslag geven:
o.t.t.
- geef opslag
- geeft opslag
- geeft opslag
- geven opslag
- geven opslag
- geven opslag
o.v.t.
- gaf opslag
- gaf opslag
- gaf opslag
- gaven opslag
- gaven opslag
- gaven opslag
v.t.t.
- heb opslag gegeven
- hebt opslag gegeven
- heeft opslag gegeven
- hebben opslag gegeven
- hebben opslag gegeven
- hebben opslag gegeven
v.v.t.
- had opslag gegeven
- had opslag gegeven
- had opslag gegeven
- hadden opslag gegeven
- hadden opslag gegeven
- hadden opslag gegeven
o.t.t.t.
- zal opslag geven
- zult opslag geven
- zal opslag geven
- zullen opslag geven
- zullen opslag geven
- zullen opslag geven
o.v.t.t.
- zou opslag geven
- zou opslag geven
- zou opslag geven
- zouden opslag geven
- zouden opslag geven
- zouden opslag geven
diversen
- geef opslag!
- geeft opslag!
- opslag gegeven
- opslag gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opslag geven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
donner une augmentation | opslag geven |