Dutch

Detailed Translations for stemming from Dutch to French

stemming:

stemming [de ~ (v)] noun

  1. de stemming (gemoedstoestand)
    la disposition; le tempérament; l'âme; la sympathies; la tendance; la connaissance; la raison; l'esprit; le caractère; le nature; le génie; le penchant; l'intelligence; l'inclination; l'intellect
  2. de stemming (humeur; gemoedsstemming; gemoedstoestand; bui; gemoedsgesteldheid)
    l'humeur; la disposition; le moral; l'état d'âme; la disposition d'âme
  3. de stemming (psychische toestand; instelling; gemoedsgesteldheid)
    le moral; la disposition mentale; l'humeur; l'état d'âme
  4. de stemming
    le vote

Translation Matrix for stemming:

NounRelated TranslationsOther Translations
caractère gemoedstoestand; stemming aandrift; aard; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kracht; kwalititeit; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; mentaliteit; momentum; natuur; neiging; persoonlijkheid; puf; teken; typering; werklust; ziel
connaissance gemoedstoestand; stemming bekende; bekende persoon; capabelheid; competentie; geest; geestverschijning; geleerdheid; handigheid; kennis; kennisje; kneep; kunst; medeweten; schim; spook; spookverschijning; toer; truc; vage kennis; verschijning; weten; wetenschap
disposition bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming aanvoelen; beschikbaarheid; beschikking; compromis; conditie; confessie; feeling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; geneigdheid; gevoel; gezindheid; gezindte; hang; inborst; inclinatie; indeling; neiging; staat; temperament; toestand; vergelijk
disposition d'âme bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming geestesgesteldheid; geestestoestand; psychische toestand
disposition mentale gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming
esprit gemoedstoestand; stemming aardigheid; bewustzijn; brein; brille; confessie; denkvermogen; elf; elfje; geest; geestigheid; geestverschijning; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; genialiteit; genie; gezindheid; gezindte; grap; hersens; humor; inborst; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spiritus; spook; spookgestalte; spookverschijning; strekking; temperament; teneur; uiting van vrolijkheid; vernuft; verschijning; verstand; vindingrijk vernuft
génie gemoedstoestand; stemming brein; brille; denkvermogen; geest; geestverschijning; geniaal persoon; genialiteit; genie; geniekorps; hersens; intellect; intelligentie; meesterbrein; schim; spook; spookverschijning; vernuft; verschijning; verstand; vindingrijk vernuft
humeur bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; instelling; psychische toestand; stemming bui; confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gezindheid; gezindte; gril; inborst; kuur; luim; nuk; psychische toestand; temperament
inclination gemoedstoestand; stemming buiging; draaiing; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; glooiing; glooiingshoek; hang; inclinatie; keuze; kromming; neiging; smaak; tendentie; toegenegenheid; voorkeur; voorliefde
intellect gemoedstoestand; stemming brein; brille; denkvermogen; geest; geestvermogen; geestverschijning; genie; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; rede; schim; spook; spookverschijning; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen
intelligence gemoedstoestand; stemming adremheid; begripsvermogen; bevattingsvermogen; bijdehandheid; brein; brille; denkvermogen; geest; geestvermogen; geestverschijning; genialiteit; genie; gevatheid; gewiekstheid; goochemheid; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; pienterheid; rede; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schim; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; spook; spookverschijning; uitgeslapenheid; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; vindingrijk vernuft; vlugheid
moral bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; instelling; psychische toestand; stemming
nature gemoedstoestand; stemming aard; geaardheid; gemoed; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; soort; ziel
penchant gemoedstoestand; stemming geneigdheid; gevoel; gezindheid; hang; inclinatie; instinct; intuïtie; keuze; neiging; smaak; tendentie; voorkeur; voorliefde
raison gemoedstoestand; stemming aanleiding; billijkheid; brein; denkvermogen; directe oorzaak; geest; geestvermogen; geestverschijning; gelijk; hersens; intellect; oorzaak; rede; redelijkheid; reden; schappelijkheid; schim; spook; spookverschijning; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen; wijsheid
sympathies gemoedstoestand; stemming geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
tempérament gemoedstoestand; stemming aard; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; persoonlijkheid; temperament; vurigheid
tendance gemoedstoestand; stemming aandrift; drift; geest; geneigdheid; gerichtheid op; gezindheid; hang; inclinatie; instinct; mode; modeverschijnsel; neiging; oriëntatie op; strekking; tendens; tendentie; teneur; trend
vote stemming een stem uitbrengen; kiesstem; kiezen; stem; stemmen
âme gemoedstoestand; stemming aandrift; aard; daadkracht; energie; esprit; fut; geaardheid; geest; geestverschijning; gemoed; inborst; inslag; karakter; kracht; mentaliteit; momentum; natuur; puf; schim; spook; spookverschijning; verschijning; werklust; ziel
état d'âme bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; instelling; psychische toestand; stemming confessie; geestesgesteldheid; geestestoestand; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gezindheid; gezindte; inborst; psychische toestand; temperament
- atmosfeer; bui; sfeer
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
connaissance kennis
ModifierRelated TranslationsOther Translations
moral moraal
nature gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; pure; puur; rein; virginaal; zuiver; zuivere

Related Words for "stemming":

  • stemmingen

Synonyms for "stemming":


Related Definitions for "stemming":

  1. hoe het voelt om tussen andere mensen te zijn1
    • er heerste een vrolijke stemming in de klas1
  2. bepaald tijdelijk gevoel1
    • ik ben niet in de stemming om grapjes te maken1
  3. het uitbrengen van voor of tegen1
    • we zullen het voorstel in stemming brengen1

Wiktionary Translations for stemming:

stemming
noun
  1. Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.

Cross Translation:
FromToVia
stemming disposition; humeur humour — mood
stemming humeur mood — mental state
stemming → état d'esprit; humeur Stimmung — Gefühlszustand eines Menschen