Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. grondvesten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for grondvesten from Dutch to French

grondvesten:

grondvesten verb (grondvest, grondvestte, grondvestten, gegrondvest)

  1. grondvesten (funderen; gronden)
    fonder; établir; instaurer; élever; dresser; ériger; édifier; baser; s'établir
    • fonder verb (fonde, fondes, fondons, fondez, )
    • établir verb (établis, établit, établissons, établissez, )
    • instaurer verb (instaure, instaures, instaurons, instaurez, )
    • élever verb (élève, élèves, élevons, élevez, )
    • dresser verb (dresse, dresses, dressons, dressez, )
    • ériger verb (érige, ériges, érigeons, érigez, )
    • édifier verb (édifie, édifies, édifions, édifiez, )
    • baser verb (base, bases, basons, basez, )
    • s'établir verb

Conjugations for grondvesten:

o.t.t.
  1. grondvest
  2. grondvest
  3. grondvest
  4. grondvesten
  5. grondvesten
  6. grondvesten
o.v.t.
  1. grondvestte
  2. grondvestte
  3. grondvestte
  4. grondvestten
  5. grondvestten
  6. grondvestten
v.t.t.
  1. heb gegrondvest
  2. hebt gegrondvest
  3. heeft gegrondvest
  4. hebben gegrondvest
  5. hebben gegrondvest
  6. hebben gegrondvest
v.v.t.
  1. had gegrondvest
  2. had gegrondvest
  3. had gegrondvest
  4. hadden gegrondvest
  5. hadden gegrondvest
  6. hadden gegrondvest
o.t.t.t.
  1. zal grondvesten
  2. zult grondvesten
  3. zal grondvesten
  4. zullen grondvesten
  5. zullen grondvesten
  6. zullen grondvesten
o.v.t.t.
  1. zou grondvesten
  2. zou grondvesten
  3. zou grondvesten
  4. zouden grondvesten
  5. zouden grondvesten
  6. zouden grondvesten
en verder
  1. is gegrondvest
  2. zijn gegrondvest
diversen
  1. grondvest!
  2. grondvest!
  3. gegrondvest
  4. grondvestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for grondvesten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
baser funderen; gronden; grondvesten aarden; baseren; funderen; gronden
dresser funderen; gronden; grondvesten aanbrengen; aanleggen; arrangeren; bouwen; construeren; gaan staan; hoger worden; iets op touw zetten; installeren; instellen; invoeren; monteren en aansluiten; omhoogbrengen; omhoogkomen; oprichten; opstaan; opstijgen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; plaatsen; rechtop zetten; regelen; stichten; temmen; verheffen
fonder funderen; gronden; grondvesten aarden; arrangeren; baseren; bouwen; funderen; gronden; iets op touw zetten; instellen; invoeren; koloniseren; opbouwen; oprichten; regelen; settelen; stichten; vestigen
instaurer funderen; gronden; grondvesten instellen; invoeren; oprichten; stichten
s'établir funderen; gronden; grondvesten aarden; baseren; funderen; gronden; neerstrijken; plaatsnemen; zich nestelen; zich vestigen
édifier funderen; gronden; grondvesten arrangeren; bouwen; construeren; iets op touw zetten; instellen; invoeren; opbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; regelen; stichten
élever funderen; gronden; grondvesten fokken; grootbrengen; heffen; hoger maken; hoger worden; instellen; invoeren; kweken; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; omhoogkomen; opfokken; opheffen; ophogen; oprichten; opstijgen; optillen; opvliegen; opvoeden; stichten; tillen; verhogen; vormen
ériger funderen; gronden; grondvesten arrangeren; bouwen; construeren; iets op touw zetten; instellen; invoeren; opbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; regelen; stichten
établir funderen; gronden; grondvesten aarden; baseren; bepalen; determineren; formeren; funderen; gronden; instellen; invoeren; koloniseren; oprichten; settelen; stichten; vaststellen; vestigen

Wiktionary Translations for grondvesten: