Noun | Related Translations | Other Translations |
addenda
|
bijmenging; bijvoeging; toevoeging
|
aanhangsels; addenda; bijvoegsels; supplementen; toevoegingen; toevoegsels
|
additif
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
|
addition
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
|
aaneenschakeling; aantekening; aanvulling; bijtelling; bijvoegen; completering; factuur; nota; notitie; optelling; optelsom; rekening; samentelling; samentrekking; samenvoeging; som; supplement; suppletie; tel; tellen; toevoegen; voltooiing; vulling; vulsel; vulstof
|
adjonction
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
|
ajout
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
|
aanvoeging; bijtelling
|
annexe
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
aanbouw; aanvulling; additie; ander filiaal; bijgebouw; bijlage; dependance; meezending; toelichting; uitbouw
|
appendice
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
verlengstuk
|
complément
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
aanvulling; bepaling; bijwoordelijke bepaling; completering; invoegtoepassing; supplement; suppletie; voltooiing; woordgroep
|
supplément
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
|
aanvulling; additie; agio; bijbetaling; bijlage; bonus; completering; exces; extraatje; meezending; overschot; premie; rest; supplement; suppletie; surplus; tantième; teveel; toegift; toelichting; toeslag; verzekeringspremie; voltooiing; winstaandeel; winstdeling; winstuitkering
|