Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: zaal

Dutch and French Translation Search Results for zaal

Summary

Dutch to French: more detail...

zaal:
- salle de séjour; chambre; pièce spacieuse; pièce
Wiktionary:
- zaal → hall, selle
- zaal → salle, salon, pièce, chambre, écran

Dutch

Detailed Translations for zaal from Dutch to French

zaal:

zaal [de ~] noun

de zaal (grote kamer)
la salle de séjour; la chambre; la pièce spacieuse; la pièce
- salle de séjour [la ~] noun
- chambre [la ~] noun
- pièce spacieuse [la ~] noun
- pièce [la ~] noun

Translation Matrix for zaal:

Noun	Related Translations	Other Translations
chambre	grote kamer; zaal	kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken
pièce	grote kamer; zaal	aparte wooneenheid binnen een eengezinshuis; bon; coupon; kamer; lapje; ruimte in een gebouw; speelstuk; vertrek; vertrekken
pièce spacieuse	grote kamer; zaal
salle de séjour	grote kamer; zaal

Related Words for "zaal":

zaaltje, zaaltjes

Related Definitions for "zaal":

grote ruimte in een gebouw¹
- in een van de zalen werd gedanst¹

Wiktionary Translations for zaal:

zaal

noun

Grande salle.
- hall → zaal
Siège que l’on place sur le dos du cheval
- selle → zaal; zadel

Cross Translation:

From	To	Via
• zaal	→ salle; salon	↔ hall — meeting room
• zaal	→ salle	↔ hall — principal room of a secular medieval building
• zaal	→ pièce; salle; chambre	↔ room — division in a building
• zaal	→ écran	↔ screen — the viewing area of a movie

¹Muiswerk Woordenboek