Dutch

Detailed Translations for stoutmoedigheid from Dutch to French

stoutmoedigheid:

stoutmoedigheid [de ~ (v)] noun

  1. de stoutmoedigheid (onverschrokkenheid; driestheid; koenheid; kloekheid; vermetelheid)
    le courage; l'audace; le cran; le culot; l'hardiesse; la témérité; l'intrépidité

Translation Matrix for stoutmoedigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
audace driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid aanmatiging; brutaliteit; durf; durven; gewaagdheid; impertinentie; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; lef; moed; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbeschroomdheid; onbesuisdheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; overmoed; roekeloosheid; schaamteloosheid; vermetelheid; verwaandheid; vrijpostigheid; waaghalzerij; wagen; zelfverheffing
courage driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid dapperheid; durf; durven; gewaagdheid; heldenmoed; heldhaftigheid; koenheid; kranigheid; lef; moed; onversaagdheid; wagen
cran driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid durf; gewaagdheid; inkeping; insnijding; jaap; lef; moed; snede; snee
culot driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid durf; fitting; gewaagdheid; lef; moed
hardiesse driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid dapperheid; durf; fermheid; gewaagdheid; heldenmoed; heldhaftigheid; koenheid; kordaatheid; lef; manhaftigheid; moed; onversaagdheid
intrépidité driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
témérité driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid durf; frivoliteit; gewaagdheid; hupsheid; lef; lichtzinnigheid; moed; onbesuisdheid; ondiepte; oppervlakkigheid; overmoed; roekeloosheid; vermetelheid; waaghalzerij

Related Words for "stoutmoedigheid":


Wiktionary Translations for stoutmoedigheid:


stoutmoedig:

stoutmoedig adj

  1. stoutmoedig (onvervaard; koen; onbeducht; )
  2. stoutmoedig (heldhaftig; dapper; heroïsch; )
  3. stoutmoedig (vrijpostig; brutaal; vrijmoedig; onbeschroomd; niet beschroomd)
  4. stoutmoedig (onbeschroomd; onbedeesd; vrijpostig; vrijmoedig; niet beschroomd)

Translation Matrix for stoutmoedig:

NounRelated TranslationsOther Translations
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
franc franc; frank
héroïque heroïek
libéral liberaal; liberalist
téméraire waaghals
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
libre brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig beschikbaar; disponibel; in een handomdraai; in vrijheid; loos; moeiteloos; natuurlijk; onbelemmerd; ongedwongen; ongehuwd; ongekunsteld; ontvankelijk; openstaand; vacant; vanzelf; vatbaar; vrij; zonder moeite; zonder taak
OtherRelated TranslationsOther Translations
vaillant flink
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aisé brutaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig blakend van gezondheid; eenvoudig; fit; florerend; gegoed; gemakkelijk; gezond; in een handomdraai; in goeden doen; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; nuttig; practisch; simpel; vanzelf; welgesteld; welvarend; zonder moeite; zonder ziekte
aisément brutaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig eenvoudig; gemakkelijk; grif; grifweg; in een handomdraai; licht; makkelijk; met gemak; moeiteloos; niet moeilijk; nuttig; practisch; simpel; vanzelf; verreweg; vlot; zonder moeite
assuré niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig assertief; beslist; geheid; gewis; heus; ingedekt; ongetwijfeld; vast en zeker; verzekerd; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zonder angst
audacieusement brutaal; koen; kranig; manmoedig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig doldriest; halsbrekend; lichtzinnig; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig
audacieux brutaal; koen; kranig; manmoedig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig doldriest; driest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; lichtzinnig; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; overmoedig; pikant; roekeloos; vermetel; waaghalzig
avec aisance brutaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
avec assurance brutaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig assertief; zelfbewust; zelfverzekerd; zonder angst
brave dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; beslist; doortastend; ferm; gemoedelijk; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; joviaal; kordaat; krachtdadig; krachtig; mild; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
bravement dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
courageuse koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
courageusement dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel
courageux dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel fier; flink; glorieus; groots; manhaftig; prat; trots
décidé niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig absoluut; beslist; besluitvaardig; dapper; doortastend; ferm; flink; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; onvoorwaardelijk; pertinent; resoluut; standvastig; ten enenmale; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vaststaand; volstrekt; zeker
familier brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig aangenaam; bekend; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; lekker; losjes; makkelijk in de omgang; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; terloops; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend
familièrement brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig gemeenzaam
franc brutaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig benaderbaar; cru; decent; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; frank; genaakbaar; manierlijk; menens; met open vizier; netjes; onbevangen; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; toegankelijk; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
franchement brutaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig cru; decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gewoonweg; gulweg; klinkklaar; manierlijk; met open vizier; netjes; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtschapen; rechttoe rechtaan; regelrecht; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
hardi brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig beslist; doldriest; doortastend; ferm; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; kordaat; krachtdadig; krachtig; lichtzinnig; manhaftig; onbevangen; overmoedig; pikant; roekeloos; vermetel; waaghalzig
hardiment brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig doldriest; geagiteerd; levendig; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; verhit; vermetel; waaghalzig
héroïque dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
héroïquement dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
impertinemment brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig aanmatigend; onbeleefd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongemanierd; respectloos; wijsneuserig
impertinent brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig aanmatigend; brutaal; hondsbrutaal; lomp; onbeleefd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongemanierd; respectloos; vlegelachtig; vrijpostig
indiscret brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig babbelachtig; babbelziek; bemoeiziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; onbescheiden; onkies; ontactisch; opdringerig; praatgraag; praatziek; spraakzaam; tactloos
intrépide brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig beslist; doortastend; ferm; koelbloedig; kordaat; krachtdadig; krachtig; onversaagd; onverschrokken; zonder vrees
libéral brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig edelmoedig; eigentijds; genereus; goedgeefs; gul; hedendaags; liberaal; mild; modern; royaal; ruimhartig; scheutig; tolerant; vrijgevig; vrijzinnig
sans angoisse koen; kranig; manmoedig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig zonder angst
sans crainte brutaal; koen; kranig; manmoedig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig zonder angst
trop familier brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
trop familièrement brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig wijsneuserig
téméraire brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig baldadig; doldriest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; lichtzinnig; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onversaagd; onverschrokken; overmoedig; pikant; roekeloos; vermetel; waaghalzig; zonder vrees
témérairement brutaal; niet beschroomd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig halsbrekend; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig
vaillamment dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel manhaftig
vaillant dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel manhaftig; onversaagd; onverschrokken; zonder vrees

Related Words for "stoutmoedig":

  • stoutmoedigheid, stoutmoediger, stoutmoedigere, stoutmoedigst, stoutmoedigste, stoutmoedige

Wiktionary Translations for stoutmoedig:

stoutmoedig
adjective
  1. Qui a de l’audace, hardi, osé.
  2. Qui ne ressent pas ou n’exprime pas la peur.

External Machine Translations: