Summary


Dutch

Detailed Translations for oprispen from Dutch to French

oprispen:

oprispen verb (risp op, rispt op, rispte op, rispten op, opgerispt)

  1. oprispen (boeren; burpen)
    éructer; faire un rot; donner des renvois; avoir des renvois; faire un renvoi
    • éructer verb (éructe, éructes, éructons, éructez, )

Conjugations for oprispen:

o.t.t.
  1. risp op
  2. rispt op
  3. rispt op
  4. rispen op
  5. rispen op
  6. rispen op
o.v.t.
  1. rispte op
  2. rispte op
  3. rispte op
  4. rispten op
  5. rispten op
  6. rispten op
v.t.t.
  1. heb opgerispt
  2. hebt opgerispt
  3. heeft opgerispt
  4. hebben opgerispt
  5. hebben opgerispt
  6. hebben opgerispt
v.v.t.
  1. had opgerispt
  2. had opgerispt
  3. had opgerispt
  4. hadden opgerispt
  5. hadden opgerispt
  6. hadden opgerispt
o.t.t.t.
  1. zal oprispen
  2. zult oprispen
  3. zal oprispen
  4. zullen oprispen
  5. zullen oprispen
  6. zullen oprispen
o.v.t.t.
  1. zou oprispen
  2. zou oprispen
  3. zou oprispen
  4. zouden oprispen
  5. zouden oprispen
  6. zouden oprispen
diversen
  1. risp op!
  2. rispt op!
  3. opgerispt
  4. oprispend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oprispen [znw.] noun

  1. oprispen (boeren)
    l'éructation; la régurgitation

Translation Matrix for oprispen:

NounRelated TranslationsOther Translations
régurgitation boeren; oprispen
éructation boeren; oprispen boer; oprisping
VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir des renvois boeren; burpen; oprispen
donner des renvois boeren; burpen; oprispen
faire un renvoi boeren; burpen; oprispen
faire un rot boeren; burpen; oprispen
éructer boeren; burpen; oprispen

Wiktionary Translations for oprispen:

oprispen
verb
  1. populaire|fr Faire un rot, des rots.