Dutch
Detailed Translations for verlept from Dutch to French
verlept:
Translation Matrix for verlept:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sec | droge | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
aride | verdord; verlept; verwelkt | bar; dor; droog; infertiel; kaal; onbegroeid; ongastvrij; onherbergzaam; onvruchtbaar; regenarm; ruig; schraal; schriel; steriel; verdord |
desséché | verdord; verlept; verwelkt | dor; droog; opgedroogd; verdord |
fané | verdord; verlept; verwelkt | bleek; flauw; flets; pips; verschoten |
flétri | verdord; verlept; verwelkt | armetierig; bleek; flauw; flets; kleurloos; kwijnend; pips; verschoten |
sec | verdord; verlept; verwelkt | bar; bits; dor; droge; droog; droogjes; kattig; onbegroeid; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onvriendelijk; pezig; pinnig; regenarm; schraal; schriel; sec; snauwerig; snibbig; spinnig; verdord; vinnig; zenig |
Related Words for "verlept":
verlept form of verleppen:
-
verleppen (verwelken; verkommeren; verdorren)
se faner; dessécher; se flétrir; se dessécher-
se faner verb
-
dessécher verb (dessèche, dessèches, desséchons, desséchez, dessèchent, desséchais, desséchait, desséchions, desséchiez, desséchaient, desséchai, desséchas, dessécha, desséchâmes, desséchâtes, desséchèrent, dessécherai, dessécheras, desséchera, dessécherons, dessécherez, dessécheront)
-
se flétrir verb
-
se dessécher verb
-
Conjugations for verleppen:
o.t.t.
- verlep
- verlept
- verlept
- verleppen
- verleppen
- verleppen
o.v.t.
- verlepte
- verlepte
- verlepte
- verlepten
- verlepten
- verlepten
v.t.t.
- ben verlept
- bent verlept
- is verlept
- zijn verlept
- zijn verlept
- zijn verlept
v.v.t.
- was verlept
- was verlept
- was verlept
- waren verlept
- waren verlept
- waren verlept
o.t.t.t.
- zal verleppen
- zult verleppen
- zal verleppen
- zullen verleppen
- zullen verleppen
- zullen verleppen
o.v.t.t.
- zou verleppen
- zou verleppen
- zou verleppen
- zouden verleppen
- zouden verleppen
- zouden verleppen
diversen
- verlep!
- verlept!
- verlept
- verleppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verleppen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
dessécher | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | drogen; opdrogen |
se dessécher | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen |
se faner | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | bleek worden; tanen; uitbloeien; vaal worden; van kleur veranderen; verbleken; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen; wit worden |
se flétrir | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | uitbloeien |
External Machine Translations: