Dutch

Detailed Translations for ferm from Dutch to French

ferm:

ferm adj

  1. ferm (stevig gebouwd; solide; stevig; )
  2. ferm (doortastend; krachtdadig; drastisch; sterk; krachtig)
  3. ferm (kordaat; krachtig; beslist; doortastend; krachtdadig)
  4. ferm (krachtig; doortastend; krachtdadig; drastisch)
  5. ferm (standvastig; kordaat)
  6. ferm (fiks; stevig; flink)
  7. ferm (fysiek sterk; sterk; krachtig; stevig; flink)
  8. ferm (moreel sterk; moedig; flink; dapper)

Translation Matrix for ferm:

NounRelated TranslationsOther Translations
costaud dommekracht; hersenloze krachtpatser; krachtpatser; rouwdouwer
crâne cranium; doodshoofd; hersenen; hersenpan; hersens; schedel
dynamique dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte
ferme boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; boerenhuis; boerenwoning; dakstoel; hoeve
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
efficace beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig aantrekkelijk; afdoend; beproefd; beslissend; deugdelijk; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; opperbest; overtuigend; probaat
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agissant beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig actief; bedrijvig; bezig; druk; fungerend; handelend
avec force doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig
brave beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dapper; gemoedelijk; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heldhaftig; heroïsch; hulpvaardig; joviaal; kloek; mild; moedig; onverschrokken; plezierig; stout; stoutmoedig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
costaud ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd breed; flink; fors; potig; stevig; stoer; uit de kluiten gewassen
crâne beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
de façon décidée beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig
dynamique doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk actief; beweeglijk; daadkrachtig; dynamisch; energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut
décidé beslist; dapper; doortastend; ferm; flink; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; standvastig absoluut; beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onvoorwaardelijk; pertinent; resoluut; stoutmoedig; ten enenmale; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vaststaand; volstrekt; vrijmoedig; vrijpostig; zeker
en termes vifs dapper; ferm; flink; moedig; moreel sterk
expéditif beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig voortvarend
ferme beslist; dapper; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; standvastig; sterk; stevig absoluut; beslist; degelijk; energiek; fier; flink; geanimeerd; glorieus; groots; karaktervast; krachtig; levendig; onvoorwaardelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; pertinent; prat; ronduit; solide; standvastig; stellig; stevig; ten enenmale; trots; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; vaststaand; vief; vol energie; vol fut; volhardend; volstrekt; zeker
fermement dapper; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; sterk; stevig onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vastbesloten; vasthoudend; volhardend
fort ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; rumoerig; solide; stevig; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig
hardi beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig brutaal; dapper; doldriest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; lichtzinnig; manhaftig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevangen; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; pikant; roekeloos; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
intrépide beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onversaagd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig; zonder vrees
inébranlable ferm; fiks; flink; kordaat; standvastig; stevig bestendig; onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onbuigzaam; onomstotelijk; onveranderlijk; onverzettelijk; onwankelbaar; onweerlegbaar; onwrikbaar; pal; rotsvast; standvastig; stijfkoppig; stug; taai; vasthoudend; volhardend
robuste ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd behoorlijk; betrouwbaar; breed; danig; degelijk; deugdelijk; duchtig; flink; fors; forse; grofgebouwd; kerngezond; potig; solide; stevig; stoer; uit de kluiten gewassen; zeer gezond
résolu beslist; dapper; doortastend; drastisch; ferm; flink; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; standvastig belicht; beschenen; bijgelicht; doelbewust; energiek; helder geworden; koelbloedig; krachtig; onverschrokken; opgehelderd; opgelost; opgetrokken; vastbesloten; verhelderd; verlicht; vol energie
résolument ferm; kordaat; standvastig daadkrachtig; dynamisch; energiek; vastbesloten
solide dapper; ferm; fiks; flink; kordaat; moedig; moreel sterk; robuust; solide; standvastig; sterk; stevig; stevig gebouwd aannemelijk; behoorlijk; bestendig; betrouwbaar; danig; degelijk; degelijke; deugdelijk; doorwrocht; duchtig; flink; fors; gedegen; gefundeerd; gegrond; hecht; logisch; onderlegd; onveranderlijk; op goede gronden steunend; potig; solide; steekhoudend; stevig; stoer; van goede hoedanigheid
solidement ferm; fiks; flink; kordaat; standvastig; stevig aannemelijk; bestendig; degelijk; degelijke; flink; fors; gefundeerd; gegrond; logisch; onveranderlijk; op goede gronden steunend; potig; solide; stabiel; steekhoudend; stevig
stable ferm; fiks; flink; stevig bestendig; duurzaam; duurzame; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; hecht; onveranderlijk; stabiel; stevig
sûr beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig absoluut; bekend; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; mondig; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; veilig; vertrouwd; volstrekt; voor zichzelf opkomend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
tenace ferm; kordaat; standvastig halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; vasthoudend; volhardend
tenacement ferm; kordaat; standvastig
vif dapper; ferm; flink; moedig; moreel sterk actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; erg; fel; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hevig; hip; intens; intensief; kien; kittig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; modieus; monter; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vitaal; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker
vigoureux dapper; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; sterk; stevig fors; intens; intensief; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stevig; vasthoudend; volhardend
énergique doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk actief; beweeglijk; daadkrachtig; dynamisch; energiek; geanimeerd; intens; intensief; krachtig; levendig; vief; vol energie; vol fut; voortvarend
énergiquement doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk actief; ad rem; beweeglijk; daadkrachtig; dynamisch; energiek; geagiteerd; intens; intensief; levendig; slagvaardig; verhit; wakker

Related Words for "ferm":

  • fermheid, fermer, fermere, fermst, fermste, ferme

Wiktionary Translations for ferm:

ferm
adjective
  1. krachtig, kracht tonend
ferm
Cross Translation:
FromToVia
ferm capable tüchtig — zu etwas geeignet, in der Lage
ferm énorme tüchtig — sehr gut

External Machine Translations:


French

Detailed Translations for ferm from French to Dutch

fermé:


Translation Matrix for fermé:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
afgesloten barré; fermé
dicht barré; clos; fermé; fermé à clé; hermétique; impénétrable; verrouillé; étanche compact; dense; épais
gesloten barré; clos; fermé; fermé à clé; hermétique; impénétrable; peu bavard; renfermé; réservé; secret; silencieux; taciturne; verrouillé; étanche retenu; réservé; taciturne
potdicht clos; fermé; fermé à clé; hermétique; hermétiquement fermé; impénétrable; verrouillé; étanche
stil fermé; peu bavard; renfermé; réservé; secret; silencieux; taciturne atone; caché; calme; clandestin; en silence; feutré; inaperçu; insonore; muet; placide; placidement; sans bruit; sans mot dire; secret; serein; sereine; sereinement; silencieusement; silencieux; taciturne; tranquille; tranquillement
zwijgzaam fermé; peu bavard; renfermé; réservé; secret; silencieux; taciturne taciturne
AdverbRelated TranslationsOther Translations
toe barré; fermé allé; vers; à
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dicht zijn barré; clos; fermé
op slot clos; fermé; fermé à clé; hermétique; impénétrable; verrouillé; étanche
taciturn fermé; peu bavard; renfermé; réservé; secret; silencieux; taciturne
weinig spraakzaam fermé; peu bavard; renfermé; réservé; secret; silencieux; taciturne
zwijgend fermé; peu bavard; renfermé; réservé; secret; silencieux; taciturne ahuri; baba; bouche bée; décontenancé; en silence; estomaqué; interdit; mat; muet; pantois; perplexe; sans bruit; sans mot dire; sans voix; silencieusement; silencieux; taciturne; terne; tranquille; tranquillement; ébahi; ébaubi; éberlué

Synonyms for "fermé":


Wiktionary Translations for fermé:


Cross Translation:
FromToVia
fermé gesloten; toe; afgesloten; dicht closed — not open

External Machine Translations: