Summary
Dutch to French: more detail...
- zelf:
-
Wiktionary:
- zelfheid → ipséité
- zelfheid → caractère propre
- zelf → même
- zelf → lui-même, soi-même
Dutch
Detailed Translations for zelfheid from Dutch to French
zelf:
-
zelf (ikzelf; zelve)
-
zelf (eigenhandig)
Translation Matrix for zelf:
Other | Related Translations | Other Translations |
moi-même | mezelf; mijzelf | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
de sa propre main | eigenhandig; zelf | |
de ses propres mains | eigenhandig; zelf | |
moi-même | ikzelf; zelf; zelve | |
même | ikzelf; zelf; zelve | aangezien; analoog; daar; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; identiek; net zo; soortgelijk; vermits; zelfde; zelfs; zowaar |
personnellement | eigenhandig; zelf | besloten; privé |
Related Words for "zelf":
Related Definitions for "zelf":
Wiktionary Translations for zelfheid:
zelfheid
Cross Translation:
noun
-
filosofie|nld onze persoonlijke identiteit
- zelfheid → ipséité
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zelfheid | → caractère propre | ↔ selfhood — selfishness |