Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: normale

Dutch and French Translation Search Results for normale

Summary

Dutch to French: more detail...

normaal:
- normal; généralement admis; courant; habituel; usuel; commun; de mise; d'usage; ordinaire
Wiktionary:
- normale → normal
- normaal → normal
- normaal → naturel, normal, normalement

French to Dutch: more detail...

normale:
The word normale exists in our database, but we currently do not have a translation from French to Dutch.
- Synonyms for "normale":
  habituelle; coutumière; ordinaire; quotidienne; familière; machinale; traditionnelle; rituelle; courante; consacrée; usuelle; commune; accoutumée

Dutch

Detailed Translations for normale from Dutch to French

normale form of normaal:

normaal adj

normaal (gewoon)
normal; généralement admis; courant; habituel; usuel; commun; de mise; d'usage
- normal adj
- généralement admis adj
- courant adj
- habituel adj
- usuel adj
- commun adj
- de mise adj
- d'usage adj
normaal (gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen)
normal; habituel; ordinaire; commun; courant; d'usage
- normal adj
- habituel adj
- ordinaire adj
- commun adj
- courant adj
- d'usage adj

Translation Matrix for normaal:

Noun	Related Translations	Other Translations
courant		beek; beekje; drift; driftstroom; elektriciteit; geestesrichting; geestesstroming; rivier; stroming; stroom; stroompje; zeestroming
Adjective	Related Translations	Other Translations
-	gangbaar; gewoon
Modifier	Related Translations	Other Translations
commun	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal	algemeen; alledaags; bij elkaar; bijeen; communaal; courant; een groep toebehorend; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gedeeld; gemeenschappelijk; gewoon; gezamenlijk; grof; meegevoeld; meer personen betreffend; met z'n beiden; met zijn allen; niets bijzonders; ordinair; plat; platvloers; samen; tezamen; vulgair
courant	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal	alledaags; courant; doorgaand; doorlopend; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hardlopend; hedendaags; huidig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; niets bijzonders; onedel; ordinair; rondgaande; snellopend; stromend; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vliedend; vloeiend; vlot
d'usage	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal	courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
de mise	gewoon; normaal	courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
généralement admis	gewoon; normaal	courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
habituel	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal	courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; traditiegetrouw; traditioneel; volgens de traditie
normal	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal	alledaags; courant; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; onedel; ordinair
ordinaire	gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal	alledaags; alledaagse; bedriegelijk; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gefingeerd; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; nagemaakt; natuurlijk; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; onecht; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; onwaar; ordinair; plat; platvloers; simpel; vals; van eenvoudige komaf; vulgair
usuel	gewoon; normaal	courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel

Related Words for "normaal":

normaalst, normaalste, normale

Synonyms for "normaal":

gangbaar; gebruikelijk; gewoon

Antonyms for "normaal":

bijzonder; buitengewoon; uitzonderlijk

Related Definitions for "normaal":

wat veel voorkomt of gebruikt wordt¹
- 35 graden is geen normale temperatuur¹

Wiktionary Translations for normaal:

normaal

adjective

als norm dienend
- normaal → normal

normaal

adjective

Qui est conforme à la règle, à l’ordre.
- normal → normaal

Cross Translation:

From	To	Via
• normaal	→ naturel; normal	↔ natural — as expected
• normaal	→ normal	↔ normal — usual, ordinary
• normaal	→ normalement	↔ normally — under normal conditions or circumstances; usually; most of the time
• normaal	→ normalement	↔ normally — in the expected or customary manner
• normaal	→ normal	↔ normal — ohne Steigerung: vorhandenen (gesellschaftlichen, wissenschaftlichen, medizinischen, subjektiv erfahrenen) Normen entsprechend

Wiktionary Translations for normale:

Cross Translation:

From	To	Via
• normale	→ normal	↔ normal — usual, ordinary

French

Detailed Translations for normale from French to Dutch

normale:

Synonyms for "normale":

habituelle; coutumière; ordinaire; quotidienne; familière; machinale; traditionnelle; rituelle; courante; consacrée; usuelle; commune; accoutumée

¹Muiswerk Woordenboek