Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bloeden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bloedend from Dutch to French

bloeden:

bloeden verb (bloed, bloedt, bloedde, bloedden, gebloed)

  1. bloeden
    saigner
    • saigner verb (saigne, saignes, saignons, saignez, )

Conjugations for bloeden:

o.t.t.
  1. bloed
  2. bloedt
  3. bloedt
  4. bloeden
  5. bloeden
  6. bloeden
o.v.t.
  1. bloedde
  2. bloedde
  3. bloedde
  4. bloedden
  5. bloedden
  6. bloedden
v.t.t.
  1. heb gebloed
  2. hebt gebloed
  3. heeft gebloed
  4. hebben gebloed
  5. hebben gebloed
  6. hebben gebloed
v.v.t.
  1. had gebloed
  2. had gebloed
  3. had gebloed
  4. hadden gebloed
  5. hadden gebloed
  6. hadden gebloed
o.t.t.t.
  1. zal bloeden
  2. zult bloeden
  3. zal bloeden
  4. zullen bloeden
  5. zullen bloeden
  6. zullen bloeden
o.v.t.t.
  1. zou bloeden
  2. zou bloeden
  3. zou bloeden
  4. zouden bloeden
  5. zouden bloeden
  6. zouden bloeden
diversen
  1. bloed!
  2. bloedt!
  3. gebloed
  4. bloedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bloeden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
saigner bloeden

Related Words for "bloeden":


Wiktionary Translations for bloeden:


Cross Translation:
FromToVia
bloeden saigner bleed — lose blood


Wiktionary Translations for bloedend:

bloedend
adjective
  1. Qui tacher de sang, souiller de sang.