Noun | Related Translations | Other Translations |
enragé
|
fanaat; fanaticus; ijveraar; zeloot
|
dolleman; geesteszieke; gek; krankzinnige; waanzinnige
|
exalté
|
fanaat; fanaticus; ijveraar; zeloot
|
|
fana
|
dweper; fanaat; fanaticus; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
|
fanaat; fanaticus; fanatiekeling
|
fanatique
|
dweper; fanaat; fanaticus; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
|
aanhouder; doordrammer; fanaat; fanaticus; fanatiekeling
|
fervent
|
dweper; fanaat; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
|
|
maniaque
|
dweper; fanaat; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
|
fanaat; fanaticus; fanatiekeling; freak; maniak
|
mordu
|
fanaat; fanaticus; ijveraar; zeloot
|
|
zélateur
|
dweper; fanaat; fanaticus; ijveraar; zeloot
|
aanhouder; bepleiter; doordrammer; ijveraar; imitator; nabootser; navolger; voorstander; voorvechter
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
enragé
|
|
bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; gekwetst; giftig; grimmig; hels; kokend; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; onderdrukt; ongetemd; opgekropt; razend; ruig; ruw; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; verkropt; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; wild; woedend; woest; zeer boos; ziedend
|
exalté
|
|
dweepziek; dweperig; hooggestemd; verhit; vurig
|
fanatique
|
|
bezeten; bezetene; dweepziek; dweperig; fanatiek; fanatieke; gedreven; gemotiveerd; motivatie bezittend
|
fervent
|
|
bezeten; bitter; bitter van smaak; brandend; dweepziek; dweperig; fanatiek; fel; fervent; fonkelend; gloeiend; hanig; heftig; hevig; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warm
|
maniaque
|
|
maniakaal; manisch
|
mordu
|
|
afgebeten
|