Noun | Related Translations | Other Translations |
accusation
|
aantijging; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking
|
aanklacht; aantijging; beschuldigen; beschuldiging; insinuatie; tenlastelegging; verdachtmaking
|
allusion
|
aantijging; insinuatie; toespeling; verwijzing; zijdelingse verdachtmaking
|
|
imputation
|
aantijging; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking
|
aanklacht; beschuldiging; boeken; tenlastelegging
|
inculpation
|
aantijging; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking
|
aanklacht; aantijging; beschuldiging; felonie; insinuatie; tenlastelegging; trouweloosheid; verdachtmaking; verkettering; verraad
|
indication
|
toespeling; verwijzing
|
aanduiden; aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzen; aanwijzing; indicatie; instructie; spoor; symptoom; teken; voorschrift
|
indice
|
toespeling; verwijzing
|
aanwijzing; eigenschap; gebaar; geste; index; indexcijfer; indexgetal; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kencijfer; kengetal; kenmerk; koersindex; richtgetal; sein; signaal; spoor; stigma; teken; typering; wenk
|
insinuation
|
aantijging; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking
|
aanklacht; aantijging; beschuldiging; insinuatie; tenlastelegging; verdachtmaking
|
référence
|
toespeling; verwijzing
|
aanbeveling; aanbevelingsbrief; aanprijzing; bemiddelingsbrief; introductiebrief; recommandatie; referentie; verwijzing
|
suggestion
|
toespeling; verwijzing
|
aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
indice
|
|
subscript
|