Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: gruis

Dutch and French Translation Search Results for gruis

Summary

Dutch to French: more detail...

gruis:
- gravier; gâchis; cailloutis; pierraille; mortier; commerce des espèces; chute de pierraille
Wiktionary:
- gruis → gravier, poudre

Dutch

Detailed Translations for gruis from Dutch to French

gruis:

gruis [het ~] noun

het gruis (steengruis; macadam; mortel; puin; metselspecie; steenslag; split; bik)
le gravier; le gâchis; le cailloutis; la pierraille; le mortier
- gravier [le ~] noun
- gâchis [le ~] noun
- cailloutis [le ~] noun
- pierraille [la ~] noun
- mortier [le ~] noun
het gruis (metselspecie; mortel; specie; bik; macadam; puin; split; steenslag; steengruis)
le cailloutis; le mortier; le commerce des espèces; la chute de pierraille
- cailloutis [le ~] noun
- mortier [le ~] noun
- commerce des espèces [le ~] noun
- chute de pierraille [la ~] noun

Translation Matrix for gruis:

Noun	Related Translations	Other Translations
cailloutis	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag
chute de pierraille	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag
commerce des espèces	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag
gravier	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; split; steengruis; steenslag	grind; grindsteen; keizand; kiezelbodem; kiezels; kiezelsteentjes; kiezelzand; losse steen
gâchis	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; split; steengruis; steenslag	geklooi; gerommel; gerotzooi; soepzootje
mortier	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag	cement; cementlaag; hechtpleister; kalk; kleefpleister; metselkalk; mortier; pleister; rijstbaal; stuc
pierraille	bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; split; steengruis; steenslag

Related Words for "gruis":

gruizen

Wiktionary Translations for gruis:

gruis

noun

géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).
- gravier → gravel; grind; gruis; steengruis
(vieilli) poussière.
- poudre → gruis; poeder; pulver; toiletpoeder