Dutch
Detailed Translations for groef from Dutch to French
groef:
Translation Matrix for groef:
Related Words for "groef":
Wiktionary Translations for groef:
groef
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• groef | → ride | ↔ furrow — deep wrinkle in the skin of the face |
groef form of groeven:
-
groeven (inkerven; insnijden)
inciser; graver-
inciser verb (incise, incises, incisons, incisez, incisent, incisais, incisait, incisions, incisiez, incisaient, incisai, incisas, incisa, incisâmes, incisâtes, incisèrent, inciserai, inciseras, incisera, inciserons, inciserez, inciseront)
-
graver verb (grave, graves, gravons, gravez, gravent, gravais, gravait, gravions, graviez, gravaient, gravai, gravas, grava, gravâmes, gravâtes, gravèrent, graverai, graveras, gravera, graverons, graverez, graveront)
-
Conjugations for groeven:
o.t.t.
- groef
- groeft
- groeft
- groeven
- groeven
- groeven
o.v.t.
- groefde
- groefde
- groefde
- groefden
- groefden
- groefden
v.t.t.
- heb gegroefd
- hebt gegroefd
- heeft gegroefd
- hebben gegroefd
- hebben gegroefd
- hebben gegroefd
v.v.t.
- had gegroefd
- had gegroefd
- had gegroefd
- hadden gegroefd
- hadden gegroefd
- hadden gegroefd
o.t.t.t.
- zal groeven
- zult groeven
- zal groeven
- zullen groeven
- zullen groeven
- zullen groeven
o.v.t.t.
- zou groeven
- zou groeven
- zou groeven
- zouden groeven
- zouden groeven
- zouden groeven
en verder
- is gegroefd
- zijn gegroefd
diversen
- groef!
- groeft!
- gegroefd
- groevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de groeven (smalle uithollingen; gleuven; sleuven)
Translation Matrix for groeven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cannelures | gleuven; groeven; sleuven; smalle uithollingen | schroefdraden |
encoches | gleuven; groeven; sleuven; smalle uithollingen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
graver | groeven; inkerven; insnijden | branden; creneleren; een inkeping maken; etsen; graveren; griffelen; griffen; ingraveren; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; met een stift inkrassen; uitbeitelen; uitbikken |
inciser | groeven; inkerven; insnijden | creneleren; een inkeping maken; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven |
Related Words for "groeven":
graven:
-
graven (delven)
creuser; fouiller le sol; fouir le sol-
creuser verb (creuse, creuses, creusons, creusez, creusent, creusais, creusait, creusions, creusiez, creusaient, creusai, creusas, creusa, creusâmes, creusâtes, creusèrent, creuserai, creuseras, creusera, creuserons, creuserez, creuseront)
-
fouiller le sol verb
-
fouir le sol verb
-
-
graven (opgraven; scheppen; opdelven)
exhumer; déterrer-
exhumer verb (exhume, exhumes, exhumons, exhumez, exhument, exhumais, exhumait, exhumions, exhumiez, exhumaient, exhumai, exhumas, exhuma, exhumâmes, exhumâtes, exhumèrent, exhumerai, exhumeras, exhumera, exhumerons, exhumerez, exhumeront)
-
déterrer verb (déterre, déterres, déterrons, déterrez, déterrent, déterrais, déterrait, déterrions, déterriez, déterraient, déterrai, déterras, déterra, déterrâmes, déterrâtes, déterrèrent, déterrerai, déterreras, déterrera, déterrerons, déterrerez, déterreront)
-
Conjugations for graven:
o.t.t.
- graaf
- graaft
- graaft
- graven
- graven
- graven
o.v.t.
- groef
- groef
- groef
- groeven
- groeven
- groeven
v.t.t.
- heb gegraven
- hebt gegraven
- heeft gegraven
- hebben gegraven
- hebben gegraven
- hebben gegraven
v.v.t.
- had gegraven
- had gegraven
- had gegraven
- hadden gegraven
- hadden gegraven
- hadden gegraven
o.t.t.t.
- zal graven
- zult graven
- zal graven
- zullen graven
- zullen graven
- zullen graven
o.v.t.t.
- zou graven
- zou graven
- zou graven
- zouden graven
- zouden graven
- zouden graven
en verder
- is gegraven
- zijn gegraven
diversen
- graaf!
- graaft!
- gegraven
- gravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for graven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
creuser | zich geheel verdiepen in | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
creuser | delven; graven | doorgraven; uitdiepen; uitgraven; uithollen; verdiepen |
déterrer | graven; opdelven; opgraven; scheppen | opduikelen; opscharrelen; opsnorren; opvissen; te voorschijn halen; voor de dag halen |
exhumer | graven; opdelven; opgraven; scheppen | |
fouiller le sol | delven; graven | |
fouir le sol | delven; graven |