Summary
Dutch to French: more detail...
- uitgelaten:
- uitlaten:
-
Wiktionary:
- uitgelaten → gaie, gai
- uitlaten → lâcher, omettre, promener, reconduire
- uitlaten → accompagner, raccompagner, promener
Dutch
Detailed Translations for uitgelaten from Dutch to French
uitgelaten:
-
uitgelaten (vrolijk; blijmoedig; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig)
-
uitgelaten (uitbundig)
exubérant; avec enthousiasme; avec exubérance; turbulent-
exubérant adj
-
avec exubérance adj
-
turbulent adj
-
-
uitgelaten (jolig)
Translation Matrix for uitgelaten:
Related Words for "uitgelaten":
Wiktionary Translations for uitgelaten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitgelaten | → gaie; gai | ↔ gay — happy, joyful and lively |
uitgelaten form of uitlaten:
-
de uitlaten (knalpotten)
Translation Matrix for uitlaten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pots d'échappement | knalpotten; uitlaten | dempers; geluiddempers; knaldempers |
silencieux | knalpotten; uitlaten | demper; geluiddemper; klankdemper; knaldemper; sourdine |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
silencieux | Stil; bedaard; gedeisd; geluidloos; geruisloos; gesloten; in 't geniep; kalm; klankloos; ongemerkt; ongezien; rustig; stil; stilletjes; stilzwijgend; taciturn; weinig spraakzaam; zachtjes; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam |
Wiktionary Translations for uitlaten:
uitlaten
Cross Translation:
verb
-
détendre, desserrer quelque chose.
-
manquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.
-
Mener, conduire, faire aller quelqu’un de côté ou d’autre.
-
Traductions à trier suivant le sens.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitlaten | → accompagner; raccompagner; promener | ↔ walk — to take for a walk |
External Machine Translations: