Summary


Dutch

Detailed Translations for belhamel from Dutch to French

belhamel:

belhamel [de ~ (m)] noun

  1. de belhamel (raddraaier; raddraaister)
    l'instigateur; le petit chenapan; le bruyant; le meneur; le tapageur; la meneuse

Translation Matrix for belhamel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bruyant belhamel; raddraaier; raddraaister
instigateur belhamel; raddraaier; raddraaister aanstichter; aanzetter; grondlegger; grondvester; initiatiefnemer; instigator; oprichter; oprichtster; opstoker; stamvader; stichter; veroorzaker
meneur belhamel; raddraaier; raddraaister aanstichter; aanvoerder; aanzetter; agitator; bevelhebber; commandant; haantjes de voorste; hoofd; hoofdman; instigator; intrigant; kapitein; leider; opruier; opstoker; stokebrand; stoker
meneuse belhamel; raddraaier; raddraaister
petit chenapan belhamel; raddraaier; raddraaister aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker
tapageur belhamel; raddraaier; raddraaister bulderaar; druktemaker; herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker; levenmaker; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand; zenuwlijder
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bruyant hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; roezemoezig; rumoerig; schreeuwend
instigateur instigerend
tapageur hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luidkeels; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwend; schreeuwerig; uit volle borst

Related Words for "belhamel":

  • belhamels

Wiktionary Translations for belhamel:

belhamel
noun
  1. een gecastreerd mannelijk schaap dat met een bel om zijn nek vaak de kudde leidt
  2. een scheldwoord dat (vooral vroeger) gebruikt werd voor kinderen die kattenkwaad uithaalden

Cross Translation:
FromToVia
belhamel mouton meneur du troupeau; meneur du troupeau bellwether — the leading sheep of a flock, having a bell hung round its neck