Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: inwoner

Dutch and French Translation Search Results for inwoner

Summary

Dutch to French: more detail...

inwoner:
- habitant; locataire; résident; habitante; résidante
Wiktionary:
- inwoner → habitant
- inwoner → habitant, résident, résidente, habitante

Dutch

Detailed Translations for inwoner from Dutch to French

inwoner:

inwoner [de ~ (m)] noun

de inwoner (huisbewoner; bewoner)
l'habitant; le locataire; le résident; l'habitante; la résidante
- habitant [le ~] noun
- locataire [le ~] noun
- résident [le ~] noun
- habitante [la ~] noun
- résidante [la ~] noun
de inwoner (bewoner)
l'habitant
- habitant [le ~] noun

Translation Matrix for inwoner:

Noun	Related Translations	Other Translations
habitant	bewoner; huisbewoner; inwoner	burger; ingezetene; staatsburger
habitante	bewoner; huisbewoner; inwoner
locataire	bewoner; huisbewoner; inwoner	bewoner van huurwoning; huurder; kamerbewoner; tenant
résidante	bewoner; huisbewoner; inwoner	interne; inwonende
résident	bewoner; huisbewoner; inwoner	interne; inwonende
Modifier	Related Translations	Other Translations
habitant		inwonende; stagiair

Related Words for "inwoner":

inwoners, inwonertje

Wiktionary Translations for inwoner:

inwoner

noun

iemand die in een bepaalde plaats of een bepaald land woont
- inwoner → habitant

inwoner

noun

personne qui passer une partie importante de sa vie dans un lieu donné.
- habitant → bewoner; inwoner

Cross Translation:

From	To	Via
• inwoner	→ habitant; résident	↔ citizen — resident of any particular place
• inwoner	→ habitant; résidente; résident; habitante	↔ inhabitant — Someone or thing who lives in a place