Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. storten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for storten from Dutch to French

storten:

storten verb (stort, stortte, stortten, gestort)

  1. storten (deponeren)
    transcrire; virer; verser; déposer; transférer
    • transcrire verb (transcris, transcrit, transcrivons, transcrivez, )
    • virer verb (vire, vires, virons, virez, )
    • verser verb (verse, verses, versons, versez, )
    • déposer verb (dépose, déposes, déposons, déposez, )
    • transférer verb (transfère, transfères, transférons, transférez, )
  2. storten
    déposer
    • déposer verb (dépose, déposes, déposons, déposez, )

Conjugations for storten:

o.t.t.
  1. stort
  2. stort
  3. stort
  4. storten
  5. storten
  6. storten
o.v.t.
  1. stortte
  2. stortte
  3. stortte
  4. stortten
  5. stortten
  6. stortten
v.t.t.
  1. heb gestort
  2. hebt gestort
  3. heeft gestort
  4. hebben gestort
  5. hebben gestort
  6. hebben gestort
v.v.t.
  1. had gestort
  2. had gestort
  3. had gestort
  4. hadden gestort
  5. hadden gestort
  6. hadden gestort
o.t.t.t.
  1. zal storten
  2. zult storten
  3. zal storten
  4. zullen storten
  5. zullen storten
  6. zullen storten
o.v.t.t.
  1. zou storten
  2. zou storten
  3. zou storten
  4. zouden storten
  5. zouden storten
  6. zouden storten
en verder
  1. ben gestort
  2. bent gestort
  3. is gestort
  4. zijn gestort
  5. zijn gestort
  6. zijn gestort
diversen
  1. stort!
  2. stortt!
  3. gestort
  4. stortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

storten [het ~] noun

  1. het storten (stortregenen; gieten; plenzen)
    l'averse; la pluie battante; la pluie torrentielle

Translation Matrix for storten:

NounRelated TranslationsOther Translations
averse gieten; plenzen; storten; stortregenen bui; gietbui; hemelwater; neerslag; plensbui; regen; regenbui; regenvloed; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui
pluie battante gieten; plenzen; storten; stortregenen gietbui; plensbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui
pluie torrentielle gieten; plenzen; storten; stortregenen gietbui; plensbui; slagregen; stortbui; stortregen; stortvloed; wolkbreuk; zware regenbui
VerbRelated TranslationsOther Translations
déposer deponeren; storten aangeven; aanreiken; afgeven; capituleren; deponeren; geven; iets neerleggen; leggen; neerleggen; neervlijen; neerzetten; onderuit halen; ontzetten; opgeven; overgeven; overhandigen; plaatsen; posten; posteren; stationeren; toesteken; uit de macht ontzetten; uitleveren; versturen; wegleggen; zenden; zetten; zich overgeven
transcrire deponeren; storten geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden; uitschrijven
transférer deponeren; storten anders boeken; disloqueren; doorsturen; doorverbinden; overbrengen; overplaatsen; overzetten; roeren; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
verser deponeren; storten bijstorten; binnen gieten; cadeau doen; cadeau geven; distribueren; doneren; geld overmaken; geven; gieten; gieten op; iemand iets toedienen; ingeven; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leegmaken; op rekening storten; opdrinken; opgieten; overboeken; overgieten; overschenken; overschrijven; overstorten; overzenden; ronddelen; schenken; uitdrinken; uitgieten; uitkeren; uitreiken; uitschenken; uitstorten; verdelen; vergieten; verstrekken
virer deponeren; storten draaien; geld overmaken; gijpen; gireren; heen en weer zwaaien; keren; omslaan van het zeil voor de wind; overboeken; overschrijven; overzenden; per postgiro betalen; slingeren; wenden; zwaaien; zwenken

Wiktionary Translations for storten:

storten
verb
  1. Donner de l’argent pour un bien ou un service
  2. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
storten déposer deposit — to entrust one's assets to the care of another

Related Translations for storten