Dutch
Detailed Translations for aan de zwerf zijn from Dutch to French
aan de zwerf zijn:
aan de zwerf zijn verb (ben aan de zwerf, bent aan de zwerf, is aan de zwerf, was aan de zwerf, waren aan de zwerf, aan de zwerf geweest)
-
aan de zwerf zijn (rondzwerven; zwerven)
abîmer; fouiner; rôder; agiter; errer; balancer; amocher; courir le monde; vagabonder; vadrouiller; faire le tour de; errer à l'aventure-
abîmer verb (abîme, abîmes, abîmons, abîmez, abîment, abîmais, abîmait, abîmions, abîmiez, abîmaient, abîmai, abîmas, abîma, abîmâmes, abîmâtes, abîmèrent, abîmerai, abîmeras, abîmera, abîmerons, abîmerez, abîmeront)
-
fouiner verb (fouine, fouines, fouinons, fouinez, fouinent, fouinais, fouinait, fouinions, fouiniez, fouinaient, fouinai, fouinas, fouina, fouinâmes, fouinâtes, fouinèrent, fouinerai, fouineras, fouinera, fouinerons, fouinerez, fouineront)
-
rôder verb (rôde, rôdes, rôdons, rôdez, rôdent, rôdais, rôdait, rôdions, rôdiez, rôdaient, rôdai, rôdas, rôda, rôdâmes, rôdâtes, rôdèrent, rôderai, rôderas, rôdera, rôderons, rôderez, rôderont)
-
agiter verb (agite, agites, agitons, agitez, agitent, agitais, agitait, agitions, agitiez, agitaient, agitai, agitas, agita, agitâmes, agitâtes, agitèrent, agiterai, agiteras, agitera, agiterons, agiterez, agiteront)
-
errer verb (erre, erres, errons, errez, errent, errais, errait, errions, erriez, erraient, errai, erras, erra, errâmes, errâtes, errèrent, errerai, erreras, errera, errerons, errerez, erreront)
-
balancer verb (balance, balances, balançons, balancez, balancent, balançais, balançait, balancions, balanciez, balançaient, balançai, balanças, balança, balançâmes, balançâtes, balancèrent, balancerai, balanceras, balancera, balancerons, balancerez, balanceront)
-
amocher verb (amoche, amoches, amochons, amochez, amochent, amochais, amochait, amochions, amochiez, amochaient, amochai, amochas, amocha, amochâmes, amochâtes, amochèrent, amocherai, amocheras, amochera, amocherons, amocherez, amocheront)
-
courir le monde verb
-
vagabonder verb (vagabonde, vagabondes, vagabondons, vagabondez, vagabondent, vagabondais, vagabondait, vagabondions, vagabondiez, vagabondaient, vagabondai, vagabondas, vagabonda, vagabondâmes, vagabondâtes, vagabondèrent, vagabonderai, vagabonderas, vagabondera, vagabonderons, vagabonderez, vagabonderont)
-
vadrouiller verb (vadrouille, vadrouilles, vadrouillons, vadrouillez, vadrouillent, vadrouillais, vadrouillait, vadrouillions, vadrouilliez, vadrouillaient, vadrouillai, vadrouillas, vadrouilla, vadrouillâmes, vadrouillâtes, vadrouillèrent, vadrouillerai, vadrouilleras, vadrouillera, vadrouillerons, vadrouillerez, vadrouilleront)
-
faire le tour de verb
-
errer à l'aventure verb
-
Conjugations for aan de zwerf zijn:
o.t.t.
- ben aan de zwerf
- bent aan de zwerf
- is aan de zwerf
- zijn aan de zwerf
- zijn aan de zwerf
- zijn aan de zwerf
o.v.t.
- was aan de zwerf
- was aan de zwerf
- was aan de zwerf
- waren aan de zwerf
- waren aan de zwerf
- waren aan de zwerf
v.t.t.
- ben aan de zwerf geweest
- bent aan de zwerf geweest
- is aan de zwerf geweest
- zijn aan de zwerf geweest
- zijn aan de zwerf geweest
- zijn aan de zwerf geweest
v.v.t.
- was aan de zwerf geweest
- was aan de zwerf geweest
- was aan de zwerf geweest
- waren aan de zwerf geweest
- waren aan de zwerf geweest
- waren aan de zwerf geweest
o.t.t.t.
- zal aan de zwerf zijn
- zult aan de zwerf zijn
- zal aan de zwerf zijn
- zullen aan de zwerf zijn
- zullen aan de zwerf zijn
- zullen aan de zwerf zijn
o.v.t.t.
- zou aan de zwerf zijn
- zou aan de zwerf zijn
- zou aan de zwerf zijn
- zouden aan de zwerf zijn
- zouden aan de zwerf zijn
- zouden aan de zwerf zijn
diversen
- aan de zwerf geweest
- aan de zwerf zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze