Summary
Dutch to French: more detail...
- aandragen:
-
Wiktionary:
- aandragen → amener, apporter
- aandragen → impressionner, plaire, proposer
Dutch
Detailed Translations for aandragen from Dutch to French
aandragen:
-
aandragen (aanvoeren)
avancer des arguments; avancer-
avancer verb (avance, avances, avançons, avancez, avancent, avançais, avançait, avancions, avanciez, avançaient, avançai, avanças, avança, avançâmes, avançâtes, avancèrent, avancerai, avanceras, avancera, avancerons, avancerez, avanceront)
Conjugations for aandragen:
o.t.t.
- draag aan
- draagt aan
- draagt aan
- dragen aan
- dragen aan
- dragen aan
o.v.t.
- droeg aan
- droeg aan
- droeg aan
- droegen aan
- droegen aan
- droegen aan
v.t.t.
- heb aangedragen
- hebt aangedragen
- heeft aangedragen
- hebben aangedragen
- hebben aangedragen
- hebben aangedragen
v.v.t.
- had aangedragen
- had aangedragen
- had aangedragen
- hadden aangedragen
- hadden aangedragen
- hadden aangedragen
o.t.t.t.
- zal aandragen
- zult aandragen
- zal aandragen
- zullen aandragen
- zullen aandragen
- zullen aandragen
o.v.t.t.
- zou aandragen
- zou aandragen
- zou aandragen
- zouden aandragen
- zouden aandragen
- zouden aandragen
diversen
- draag aan!
- draagt aan!
- aangedragen
- aandragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aandragen:
Wiktionary Translations for aandragen:
aandragen
Cross Translation:
verb
-
mener d’un lieu à un autre.
-
porter quelque chose à quelqu’un. usage L’objet du verbe apporter est toujours un inanimé.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aandragen | → impressionner; plaire | ↔ ansprechen — die Aufmerksamkeit oder das Interesse von jemandem erwecken; den Geschmack von jemandem treffen |
• aandragen | → proposer | ↔ vorschlagen — (transitiv): einen Vorschlag machen; eine Empfehlung machen, die abgelehnt werden kann |