Dutch
Detailed Translations for aanpak from Dutch to French
aanpak:
-
de aanpak (werkwijze; methode; arbeidsmethodiek; werkmethode)
-
de aanpak (procédé; methode)
Translation Matrix for aanpak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
approche | aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze | benadering; benaderingswijze; in aantocht; invalshoek; naderen; nadering; op komen zetten; opmars; optiek; tegemoetkomen; voortgang |
méthode | aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze | handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze |
méthode de travail | aanpak; arbeidsmethodiek; methode; werkmethode; werkwijze | |
procédé | aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze | handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze |
aanpak form of aanpakken:
-
aanpakken (aanvatten)
-
aanpakken (onderhanden nemen)
prendre en main; attaquer-
prendre en main verb
-
attaquer verb (attaque, attaques, attaquons, attaquez, attaquent, attaquais, attaquait, attaquions, attaquiez, attaquaient, attaquai, attaquas, attaqua, attaquâmes, attaquâtes, attaquèrent, attaquerai, attaqueras, attaquera, attaquerons, attaquerez, attaqueront)
-
-
aanpakken (toetasten; toegrijpen; zich bedienen; grijpen; ingrijpen)
se servir; saisir; prendre-
se servir verb
-
saisir verb (saisis, saisit, saisissons, saisissez, saisissent, saisissais, saisissait, saisissions, saisissiez, saisissaient, saisîmes, saisîtes, saisirent, saisirai, saisiras, saisira, saisirons, saisirez, saisiront)
-
prendre verb (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
-
aanpakken (vastpakken; grijpen; beetgrijpen; vastgrijpen; beetnemen; beetpakken; vatten; vastnemen)
saisir; empoigner; attraper; prendre; s'accrocher à-
saisir verb (saisis, saisit, saisissons, saisissez, saisissent, saisissais, saisissait, saisissions, saisissiez, saisissaient, saisîmes, saisîtes, saisirent, saisirai, saisiras, saisira, saisirons, saisirez, saisiront)
-
empoigner verb (empoigne, empoignes, empoignons, empoignez, empoignent, empoignais, empoignait, empoignions, empoigniez, empoignaient, empoignai, empoignas, empoigna, empoignâmes, empoignâtes, empoignèrent, empoignerai, empoigneras, empoignera, empoignerons, empoignerez, empoigneront)
-
attraper verb (attrape, attrapes, attrapons, attrapez, attrapent, attrapais, attrapait, attrapions, attrapiez, attrapaient, attrapai, attrapas, attrapa, attrapâmes, attrapâtes, attrapèrent, attraperai, attraperas, attrapera, attraperons, attraperez, attraperont)
-
prendre verb (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
s'accrocher à verb
-
-
aanpakken (doortastend zijn; spijkers met koppen slaan)
Conjugations for aanpakken:
o.t.t.
- pak aan
- pakt aan
- pakt aan
- pakken aan
- pakken aan
- pakken aan
o.v.t.
- pakte aan
- pakte aan
- pakte aan
- pakten aan
- pakten aan
- pakten aan
v.t.t.
- heb aangepakt
- hebt aangepakt
- heeft aangepakt
- hebben aangepakt
- hebben aangepakt
- hebben aangepakt
v.v.t.
- had aangepakt
- had aangepakt
- had aangepakt
- hadden aangepakt
- hadden aangepakt
- hadden aangepakt
o.t.t.t.
- zal aanpakken
- zult aanpakken
- zal aanpakken
- zullen aanpakken
- zullen aanpakken
- zullen aanpakken
o.v.t.t.
- zou aanpakken
- zou aanpakken
- zou aanpakken
- zouden aanpakken
- zouden aanpakken
- zouden aanpakken
diversen
- pak aan!
- pakt aan!
- aangepakt
- aanpakkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aanpakken (beetpakken; aangrijpen; aanklampen; aanvatten)