Dutch

Detailed Translations for achteruitdeinzen from Dutch to French

achteruitdeinzen:

achteruitdeinzen verb (deins achteruit, deinst achteruit, deinsde achteruit, deinsden achteruit, achteruitgedeinsd)

  1. achteruitdeinzen (terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken)
    reculer devant; décroître; diminuer; avoir un mouvement de recul; se décourager; caner; perdre courage
    • décroître verb (décroîs, décroît, décroîssons, décroîssez, )
    • diminuer verb (diminue, diminues, diminuons, diminuez, )
    • caner verb

Conjugations for achteruitdeinzen:

o.t.t.
  1. deins achteruit
  2. deinst achteruit
  3. deinst achteruit
  4. deinzen achteruit
  5. deinzen achteruit
  6. deinzen achteruit
o.v.t.
  1. deinsde achteruit
  2. deinsde achteruit
  3. deinsde achteruit
  4. deinsden achteruit
  5. deinsden achteruit
  6. deinsden achteruit
v.t.t.
  1. ben achteruitgedeinsd
  2. bent achteruitgedeinsd
  3. is achteruitgedeinsd
  4. zijn achteruitgedeinsd
  5. zijn achteruitgedeinsd
  6. zijn achteruitgedeinsd
v.v.t.
  1. was achteruitgedeinsd
  2. was achteruitgedeinsd
  3. was achteruitgedeinsd
  4. waren achteruitgedeinsd
  5. waren achteruitgedeinsd
  6. waren achteruitgedeinsd
o.t.t.t.
  1. zal achteruitdeinzen
  2. zult achteruitdeinzen
  3. zal achteruitdeinzen
  4. zullen achteruitdeinzen
  5. zullen achteruitdeinzen
  6. zullen achteruitdeinzen
o.v.t.t.
  1. zou achteruitdeinzen
  2. zou achteruitdeinzen
  3. zou achteruitdeinzen
  4. zouden achteruitdeinzen
  5. zouden achteruitdeinzen
  6. zouden achteruitdeinzen
diversen
  1. deins achteruit!
  2. deinst achteruit!
  3. achteruitgedeinsd
  4. achteruitdeinzende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achteruitdeinzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
diminuer slijten; verslijten
décroître wegsterven
VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir un mouvement de recul achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
caner achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
diminuer achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken achteruitgaan; afnemen; bekorten; beperken; besparen; bezuinigen; dalen; declineren; inkorten; inkrimpen; inperken; kelderen; kleiner maken; kleiner worden; korten; korter maken; krimpen; matigen; met mate gebruiken; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; slinken; tanen; teruggaan; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen; vervallen; zakken
décroître achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken achteruitgaan; afnemen; beperken; dalen; declineren; inkrimpen; inperken; kelderen; kleiner maken; kleiner worden; krimpen; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; slinken; tanen; teruggaan; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen; vervallen; zakken
perdre courage achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken moedeloos worden; versagen
reculer devant achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken terugschrikken voor
se décourager achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken moedeloos worden; versagen

External Machine Translations: