Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afstompen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afstompen from Dutch to French

afstompen:

afstompen verb (stomp af, stompt af, stompte af, stompten af, afgestompt)

  1. afstompen (vervlakken)
    abêtir; abrutir; niveler
    • abêtir verb (abêtis, abêtit, abêtissons, abêtissez, )
    • abrutir verb (abrutis, abrutit, abrutissons, abrutissez, )
    • niveler verb (nivelle, nivelles, nivelons, nivelez, )

Conjugations for afstompen:

o.t.t.
  1. stomp af
  2. stompt af
  3. stompt af
  4. stompen af
  5. stompen af
  6. stompen af
o.v.t.
  1. stompte af
  2. stompte af
  3. stompte af
  4. stompten af
  5. stompten af
  6. stompten af
v.t.t.
  1. ben afgestompt
  2. bent afgestompt
  3. is afgestompt
  4. zijn afgestompt
  5. zijn afgestompt
  6. zijn afgestompt
v.v.t.
  1. was afgestompt
  2. was afgestompt
  3. was afgestompt
  4. waren afgestompt
  5. waren afgestompt
  6. waren afgestompt
o.t.t.t.
  1. zal afstompen
  2. zult afstompen
  3. zal afstompen
  4. zullen afstompen
  5. zullen afstompen
  6. zullen afstompen
o.v.t.t.
  1. zou afstompen
  2. zou afstompen
  3. zou afstompen
  4. zouden afstompen
  5. zouden afstompen
  6. zouden afstompen
diversen
  1. stomp af!
  2. stompt af!
  3. afgestompt
  4. afstompende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afstompen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abrutir afstompen; vervlakken ruw worden; verruwen
abêtir afstompen; vervlakken
niveler afstompen; vervlakken assimileren; betalen; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; vereffenen; vlak maken; voldoen

Wiktionary Translations for afstompen:

afstompen
verb
  1. iemands tegenwoordigheid van geest nadelig beïnvloeden
afstompen
verb
  1. rendre stupide.
  2. Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé.
  3. rendre gourd, comme perclus et presque sans mouvement.
  4. Traductions à trier suivant le sens