Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bang maken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bang maken from Dutch to French

bang maken:

bang maken verb

  1. bang maken (afschrikken; verschrikken)
    effrayer; faire fuir; pousser; renvoyer; repousser
    • effrayer verb (effraie, effraies, effrayons, effrayez, )
    • faire fuir verb
    • pousser verb (pousse, pousses, poussons, poussez, )
    • renvoyer verb (renvoie, renvoies, renvoyons, renvoyez, )
    • repousser verb (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )

Translation Matrix for bang maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
effrayer afschrikken; bang maken; verschrikken afschrikken; alarmeren; beangstigen; benauwen; ongerust maken
faire fuir afschrikken; bang maken; verschrikken
pousser afschrikken; bang maken; verschrikken aandrijven; aandringen; aanduwen; aanhouden; aansporen; aanstoten; aanzwiepen; agiteren; dringen; duwen; gedijen; gisten; groeien; groot worden; in beroering brengen; kiemen; omhoog schieten; omroeren; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; op iets aandringen; opdrijven; opdringen; opduwen; openstoten; opgroeien; opkrikken; oppoken; opschieten; opschroeven; opschuiven; opstoken; opwekken; plaats maken; prikkelen; roeren; schuiven; stimuleren; tieren; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; veel doen stijgen; verderhelpen; verplaatsen; verzetten; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortkomen uit; voortschuiven; vooruitbrengen; vooruitduwen; vooruithelpen; wassen; wegjagen
renvoyer afschrikken; bang maken; verschrikken afmarcheren; afnemen; afschepen; afwimpelen; afzonderen; ecarteren; echoën; galmen; laten inrukken; lichten; omruilen; omwisselen; ontheffen; ontslaan; opschorten; opschuiven; opsturen; pasporteren; posten; reflecteren; rekken; resoneren; restitueren; retourneren; ruilen; schallen; sturen; terugbrengen; teruggeven; terugkaatsen; terugsturen; terugzenden; toewerpen; toezenden; uitstellen; uitsturen; verdagen; verplaatsen; verschuiven; vertragen; vervreemden; verwijderen; verwijzen naar; verwisselen; verzenden; voor zich uitschuiven; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; weerspiegelen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegsturen; wegwerken; wegzenden; wisselen
repousser afschrikken; bang maken; verschrikken abstineren; afduwen; afhouden; afketsen; afkeuren; afnemen; afschepen; afslaan; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; afzonderen; bedanken; buitensluiten; ecarteren; evacueren; laten passeren; leegruimen; lichten; onthouden; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; terugwijzen; uitsluiten; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; vervreemden; verweren; verwerpen; verwijderen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegbrengen; wegdoen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghalen; wegnemen; wegschuiven; wegstemmen; wegsturen; wegwerken; weren

Wiktionary Translations for bang maken:


External Machine Translations:

Related Translations for bang maken