Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beest:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beest from Dutch to French

beest:

beest [het ~] noun

  1. het beest (dier)
    l'animal; la bête

Translation Matrix for beest:

NounRelated TranslationsOther Translations
animal beest; dier fielt; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek
bête beest; dier gedrocht; misbaksel; monster; mormel; wangedrocht; wanschepsel
- dier
ModifierRelated TranslationsOther Translations
animal beestachtig; dierlijk
bête achterlijk; argeloos; dom; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; infantiel; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; mesjogge; naief; naïef; niet goed snik; onbenullig; onnozel; onverstandig; overdreven kinderachtig; schaapachtig; stom; stupide; suf; typisch; uilachtig; vreemd; zot

Related Words for "beest":


Synonyms for "beest":


Related Definitions for "beest":

  1. iemand die wreed en onbeschoft is1
    • het is een beest van een vent1
  2. geen plant of mens, maar wel een levend wezen1
    • de boer verzorgt zijn beesten1

Wiktionary Translations for beest:

beest
noun
  1. dier, gebruikt om het aardse, niet menselijke van een dier te benadrukken
beest
noun
  1. zoologie|nocat=1 métazoaire ; être organisé, doué de sensibilité et de mouvement, et reproductible au sein de son espèce.
  2. Tout animal autre que l’Homme.

Cross Translation:
FromToVia
beest animal; bête animal — organism
beest bête animal — person who behaves wildly
beest bête beast — non-human animal
beest bête Bestie — ein wildes und gefährliches Tier

Related Translations for beest