Dutch
Detailed Translations for besproken from Dutch to French
besproken:
Translation Matrix for besproken:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
réservé | besproken | afstandelijk; bescheiden; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; nuchter; onbuigzaam; onverzettelijk; opzijgezet; stemmig; stijfkoppig; stil; stug; taai; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zakelijk; zwijgend; zwijgzaam |
Related Words for "besproken":
besproken form of bespreken:
-
bespreken (bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten)
discuter; parler de; débattre; convaincre; causer de-
discuter verb (discute, discutes, discutons, discutez, discutent, discutais, discutait, discutions, discutiez, discutaient, discutai, discutas, discuta, discutâmes, discutâtes, discutèrent, discuterai, discuteras, discutera, discuterons, discuterez, discuteront)
-
parler de verb
-
débattre verb (débats, débat, débattons, débattez, débattent, débattais, débattait, débattions, débattiez, débattaient, débattis, débattit, débattîmes, débattîtes, débattirent, débattrai, débattras, débattra, débattrons, débattrez, débattront)
-
convaincre verb (convaincs, convainc, convainquons, convainquez, convainquent, convainquais, convainquait, convainquions, convainquiez, convainquaient, convainquis, convainquit, convainquîmes, convainquîtes, convainquirent, convaincrai, convaincras, convaincra, convaincrons, convaincrez, convaincront)
-
causer de verb
-
-
bespreken (reis boeken; reserveren; vastleggen)
Conjugations for bespreken:
o.t.t.
- bespreek
- bespreekt
- bespreekt
- bespreken
- bespreken
- bespreken
o.v.t.
- besprak
- besprak
- besprak
- bespraken
- bespraken
- bespraken
v.t.t.
- heb besproken
- hebt besproken
- heeft besproken
- hebben besproken
- hebben besproken
- hebben besproken
v.v.t.
- had besproken
- had besproken
- had besproken
- hadden besproken
- hadden besproken
- hadden besproken
o.t.t.t.
- zal bespreken
- zult bespreken
- zal bespreken
- zullen bespreken
- zullen bespreken
- zullen bespreken
o.v.t.t.
- zou bespreken
- zou bespreken
- zou bespreken
- zouden bespreken
- zouden bespreken
- zouden bespreken
diversen
- bespreek!
- bespreekt!
- besproken
- besprekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bespreken (spreken over)
Translation Matrix for bespreken:
Synonyms for "bespreken":
Related Definitions for "bespreken":
Wiktionary Translations for bespreken:
bespreken
Cross Translation:
verb
bespreken
-
een gesprek over een bepaald onderwerp voeren
- bespreken → discuter
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bespreken | → débattre | ↔ debate — participate in a debate |
• bespreken | → débattre; s'entretenir sur; discuter | ↔ discuss — to converse or debate concerning a particular topic |
• bespreken | → discuter | ↔ besprechen — gemeinsam einen Sachverhalt diskutieren |