Summary
Dutch to French: more detail...
- bezigheden:
- bezigheid:
-
Wiktionary:
- bezigheid → activité
- bezigheid → occupation
Dutch
Detailed Translations for bezigheden from Dutch to French
bezigheden:
-
de bezigheden
Translation Matrix for bezigheden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
activités | bezigheden | aangelegenheden; affaires; bezigheid; metier; werkzaamheden; zaken |
affaires | bezigheden | aangelegenheden; affaires; bezigheid; bezittingen; commercie; dingen; eigendommen; gepeins; gepieker; geprakkizeer; goedje; handel; spullen; waar; zaakjes; zaken |
Related Words for "bezigheden":
bezigheid:
-
de bezigheid
l'activité; l'occupations; le métier; l'affaires; la profession; l'activités; l'occupation; l'emploi; l'affaire; le commerce; la fonction -
de bezigheid (hobby)
-
de bezigheid (activiteit; werkzaamheid; bedrijvigheid; arbeid)
-
de bezigheid (werk; arbeid; taak; werkzaamheid; vak; inspanning; ambacht)
Translation Matrix for bezigheid:
Related Words for "bezigheid":
Wiktionary Translations for bezigheid:
bezigheid
Cross Translation:
noun
-
iets waarmee men bezig is
- bezigheid → activité
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bezigheid | → occupation | ↔ occupation — activity or task with which one occupies oneself |
External Machine Translations: