Dutch

Detailed Translations for bureaumeubel from Dutch to French

bureaumeubel:

bureaumeubel [znw.] noun

  1. bureaumeubel (bureau)
    le bureau; la table de bureau; la table de travail; l'office; l'organisation; l'organisme; la structure; l'instance; l'organe; l'institut

Translation Matrix for bureaumeubel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bureau bureau; bureaumeubel bureau; lessenaar; plek van werken; schrijfbureau; schrijftafel; studeerkamer; studeervertrek; werkkamer; werkplek; werktafel
instance bureau; bureaumeubel exemplaar; instantie; instelling; interpellatie; lichaam; organisatie; vraag
institut bureau; bureaumeubel instantie; instelling; lichaam; organisatie; pensionaat
office bureau; bureaumeubel ambt; baan; betrekking; bijkeuken; dienstbetrekking; functie; job; kerkdienst; pantry; positie; spoelkeuken; werk; werkkring; werkplek
organe bureau; bureaumeubel instantie; instelling; lichaam; organisatie
organisation bureau; bureaumeubel factie; groepering; instantie; instelling; lichaam; management; organisatie; organiseren; regelen; regelingscommissie
organisme bureau; bureaumeubel instantie; instelling; lichaam; organisatie; organisme
structure bureau; bureaumeubel bestel; bouw; constructie; indeling; opbouw; opbouwen; samengesteld geheel; samenstel; samenstelling; structuur
table de bureau bureau; bureaumeubel
table de travail bureau; bureaumeubel werktafel