Noun | Related Translations | Other Translations |
intérimaire
|
|
hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; uitzendkracht; vertegenwoordiger
|
passager
|
|
inzittende; opvarende; passagier; reiziger
|
passagère
|
|
opvarende
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
provisoire
|
de komende tijd; voorlopig
|
aards; contraceptief; kortstondig; preventief; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; tussentijds; voor enige tijd; voorbehoedend; voorbijgaand; voorlopig; voorlopig bezet; zolang
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
intérimaire
|
de komende tijd; voorlopig
|
aards; kortstondig; loco-; plaatsvervangend; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; waarnemend; zolang
|
le temps qui vient
|
de komende tijd; voorlopig
|
|
passager
|
de komende tijd; voorlopig
|
tijdelijk; voorbijgaand
|
passagère
|
de komende tijd; voorlopig
|
tijdelijk; voorbijgaand
|
provisoirement
|
de komende tijd; voorlopig
|
aards; huidig; kortstondig; momenteel; provisorisch; tegenwoordig; temporeel; tijdelijk; tussentijds; van vandaag; voor enige tijd; vooralsnog; voorbijgaand; vooreerst; voorlopig; voorshands; zolang
|
temporaire
|
de komende tijd; voorlopig
|
aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
|
temporairement
|
de komende tijd; voorlopig
|
aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
|
temporel
|
de komende tijd; voorlopig
|
aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
|
transitoire
|
de komende tijd; voorlopig
|
eindig; haastig; kortstondig; terloops; vergankelijk; vluchtig; voorbijgaand
|