Noun | Related Translations | Other Translations |
bout
|
deeltje; onderdeeltje
|
aandeel; aanwijzing; deel; einde; finale; greep; kolf; part; stomp; stronk; teenstuk; tip; uiteinde; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
fraction
|
deeltje; onderdeeltje
|
afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; breuk; breukgetal; component; deel; departement; detachement; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; sectie; stuk; tak
|
morceau
|
deeltje; onderdeeltje
|
aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; boterham; brok; brokstuk; component; deel; diggel; element; fractie; ingrediënt; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; onderdeel; part; plak brood; scherf; segment; snee; sneetje; splinter; stuk; suikerklontje; wrakstuk
|
parcelle
|
deeltje; onderdeeltje
|
bouwterrein; bouwwerk; gebied; gebouw; kavel; pand; perceel; terrein
|
part
|
deeltje; onderdeeltje
|
aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bijdrage; component; deel; dosis; element; fractie; inbreng; ingrediënt; noodrantsoen; onderdeel; part; portie; rantsoen; segment; stuk
|
particule
|
deeltje; onderdeeltje
|
|
petit bout
|
deeltje; onderdeeltje
|
brokje; eindje; fragmentje; klein beetje; klein stukje; partje; snippertje; stompje; stukje; zweem; zweempje
|
quartier
|
deeltje; onderdeeltje
|
buitenwijk; buurt; centrum; deel van de stad; handelswijk; kamp; kampement; legering; legerkamp; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
|