Dutch
Detailed Translations for erin passen from Dutch to French
erin passen:
-
erin passen (inpassen)
ajuster; adapter; s'ajuster-
ajuster verb (ajuste, ajustes, ajustons, ajustez, ajustent, ajustais, ajustait, ajustions, ajustiez, ajustaient, ajustai, ajustas, ajusta, ajustâmes, ajustâtes, ajustèrent, ajusterai, ajusteras, ajustera, ajusterons, ajusterez, ajusteront)
-
adapter verb (adapte, adaptes, adaptons, adaptez, adaptent, adaptais, adaptait, adaptions, adaptiez, adaptaient, adaptai, adaptas, adapta, adaptâmes, adaptâtes, adaptèrent, adapterai, adapteras, adaptera, adapterons, adapterez, adapteront)
-
s'ajuster verb
-
Conjugations for erin passen:
o.t.t.
- pas erin
- past erin
- past erin
- passen erin
- passen erin
- passen erin
o.v.t.
- paste erin
- paste erin
- paste erin
- pasten erin
- pasten erin
- pasten erin
v.t.t.
- heb erin gepast
- hebt erin gepast
- heeft erin gepast
- hebben erin gepast
- hebben erin gepast
- hebben erin gepast
v.v.t.
- had erin gepast
- had erin gepast
- had erin gepast
- hadden erin gepast
- hadden erin gepast
- hadden erin gepast
o.t.t.t.
- zal erin passen
- zult erin passen
- zal erin passen
- zullen erin passen
- zullen erin passen
- zullen erin passen
o.v.t.t.
- zou erin passen
- zou erin passen
- zou erin passen
- zouden erin passen
- zouden erin passen
- zouden erin passen
diversen
- pas erin!
- past erin!
- erin gepast
- erin passend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for erin passen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ajuster | bevestiging; vastmaken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
adapter | erin passen; inpassen | aanpassen; afstellen; afstemmen; bewerken; bijstellen; fiksen; goedmaken; herschrijven; herstellen; maken; rechtzetten; regelen; repareren; verstellen |
ajuster | erin passen; inpassen | aanpassen; afstellen; afstemmen; bijstellen; fijn bewerken; fiksen; gelijkschakelen; goedmaken; herstellen; in orde brengen; in orde maken; maken; op maat snijden; rechtzetten; regelen; repareren; toesnijden; verstellen |
s'ajuster | erin passen; inpassen |