Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. fan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for fan from Dutch to French

fan:

fan [de ~ (m)] noun

  1. de fan (bewonderaar; vereerder)
    l'admirateur; l'admiratrice; l'adorateur
  2. de fan (supporter; aanhanger)
    le supporter; le fan; l'adepte

Translation Matrix for fan:

NounRelated TranslationsOther Translations
adepte aanhanger; fan; supporter aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger
admirateur bewonderaar; fan; vereerder
admiratrice bewonderaar; fan; vereerder aanbidster; bewonderaarster
adorateur bewonderaar; fan; vereerder aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer
fan aanhanger; fan; supporter
supporter aanhanger; fan; supporter voorstander
VerbRelated TranslationsOther Translations
supporter aanhouden; doorgaan; doorleven; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; gedogen; harden; lijden; standhouden; tolereren; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
adepte adept; ingewijd

Related Words for "fan":


Wiktionary Translations for fan:


Cross Translation:
FromToVia
fan admiratrice; admirateur; fan fan — admirer