Summary
Dutch
Detailed Translations for fanatieke from Dutch to French
fanatieke:
-
fanatieke (bezetene)
Translation Matrix for fanatieke:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fanatique | aanhouder; doordrammer; dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fanatique | bezetene; fanatieke | bezeten; dweepziek; dweperig; fanatiek; gedreven; gemotiveerd; motivatie bezittend |
passionné | bezetene; fanatieke | bevlogen; bezield; brandend; enthousiast; fel; fervent; fonkelend; geboeid; geestdriftig; gefascineerd; geil; gepassioneerd; geïntrigeerd; gloedvol; gloeiend; hanig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heftig; hevig; hitsig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; opgewonden; pinnig; scherp; seksueel opgewonden; snibbig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warm; warmbloedig |
possédé | bezetene; fanatieke | bezeten; fanatiek; gemotiveerd; motivatie bezittend |
épris | bezetene; fanatieke | bezeten; fanatiek; gemotiveerd; motivatie bezittend; verkikkerd; verliefd |
Related Words for "fanatieke":
fanatieke form of fanatiek:
-
fanatiek (bezeten)
Translation Matrix for fanatiek:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fanatique | aanhouder; doordrammer; dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot | |
fervent | dweper; fanaat; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fanatique | bezeten; fanatiek | bezetene; dweepziek; dweperig; fanatieke; gedreven; gemotiveerd; motivatie bezittend |
fervent | bezeten; fanatiek | bitter; bitter van smaak; brandend; dweepziek; dweperig; fel; fervent; fonkelend; gloeiend; hanig; heftig; hevig; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warm |
possédé | bezeten; fanatiek | bezetene; fanatieke; gemotiveerd; motivatie bezittend |
épris | bezeten; fanatiek | bezetene; fanatieke; gemotiveerd; motivatie bezittend; verkikkerd; verliefd |