Summary
Dutch to French: more detail...
- gemarkeerd:
- markeren:
-
Wiktionary:
- markeren → marquer
- markeren → marquer, surligner, labelliser, définir, caractériser, empreindre, former, imprimer
Dutch
Detailed Translations for gemarkeerd from Dutch to French
gemarkeerd:
-
gemarkeerd
Translation Matrix for gemarkeerd:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
avec indicateur | gemarkeerd | |
marqué d'un indicateur | gemarkeerd |
markeren:
-
markeren (brandmerken; branden; inbranden; van stigma's voorzien)
marquer; brûler; torréfier; incendier; distiller; stigmatiser; typer; munir de stigmates; marquer d'un trait-
marquer verb (marque, marques, marquons, marquez, marquent, marquais, marquait, marquions, marquiez, marquaient, marquai, marquas, marqua, marquâmes, marquâtes, marquèrent, marquerai, marqueras, marquera, marquerons, marquerez, marqueront)
-
brûler verb (brûle, brûles, brûlons, brûlez, brûlent, brûlais, brûlait, brûlions, brûliez, brûlaient, brûlai, brûlas, brûla, brûlâmes, brûlâtes, brûlèrent, brûlerai, brûleras, brûlera, brûlerons, brûlerez, brûleront)
-
torréfier verb (torréfie, torréfies, torréfions, torréfiez, torréfient, torréfiais, torréfiait, torréfiions, torréfiiez, torréfiaient, torréfiai, torréfias, torréfia, torréfiâmes, torréfiâtes, torréfièrent, torréfierai, torréfieras, torréfiera, torréfierons, torréfierez, torréfieront)
-
incendier verb (incendie, incendies, incendions, incendiez, incendient, incendiais, incendiait, incendiions, incendiiez, incendiaient, incendiai, incendias, incendia, incendiâmes, incendiâtes, incendièrent, incendierai, incendieras, incendiera, incendierons, incendierez, incendieront)
-
distiller verb (distille, distilles, distillons, distillez, distillent, distillais, distillait, distillions, distilliez, distillaient, distillai, distillas, distilla, distillâmes, distillâtes, distillèrent, distillerai, distilleras, distillera, distillerons, distillerez, distilleront)
-
stigmatiser verb (stigmatise, stigmatises, stigmatisons, stigmatisez, stigmatisent, stigmatisais, stigmatisait, stigmatisions, stigmatisiez, stigmatisaient, stigmatisai, stigmatisas, stigmatisa, stigmatisâmes, stigmatisâtes, stigmatisèrent, stigmatiserai, stigmatiseras, stigmatisera, stigmatiserons, stigmatiserez, stigmatiseront)
-
typer verb (type, types, typons, typez, typent, typais, typait, typions, typiez, typaient, typai, typas, typa, typâmes, typâtes, typèrent, typerai, typeras, typera, typerons, typerez, typeront)
-
munir de stigmates verb
-
marquer d'un trait verb
-
-
markeren
-
markeren
Conjugations for markeren:
o.t.t.
- markeer
- markeert
- markeert
- markeren
- markeren
- markeren
o.v.t.
- markeerde
- markeerde
- markeerde
- markeerden
- markeerden
- markeerden
v.t.t.
- heb gemarkeerd
- hebt gemarkeerd
- heeft gemarkeerd
- hebben gemarkeerd
- hebben gemarkeerd
- hebben gemarkeerd
v.v.t.
- had gemarkeerd
- had gemarkeerd
- had gemarkeerd
- hadden gemarkeerd
- hadden gemarkeerd
- hadden gemarkeerd
o.t.t.t.
- zal markeren
- zult markeren
- zal markeren
- zullen markeren
- zullen markeren
- zullen markeren
o.v.t.t.
- zou markeren
- zou markeren
- zou markeren
- zouden markeren
- zouden markeren
- zouden markeren
en verder
- ben gemarkeerd
- bent gemarkeerd
- is gemarkeerd
- zijn gemarkeerd
- zijn gemarkeerd
- zijn gemarkeerd
diversen
- markeer!
- markeert!
- gemarkeerd
- markerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for markeren:
Wiktionary Translations for markeren:
markeren
Cross Translation:
verb
-
het afbakenen van een grens
- markeren → marquer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• markeren | → marquer | ↔ mark — indicate |
• markeren | → marquer; surligner | ↔ markieren — vermeintlich Wichtiges kennzeichnen, hervorheben |
• markeren | → marquer; labelliser; définir; caractériser; empreindre; former; imprimer | ↔ zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen |