Summary
Dutch
Detailed Translations for glaceer from Dutch to French
glaceren:
-
glaceren
glacer; émailler; vernir-
glacer verb
-
émailler verb (émaille, émailles, émaillons, émaillez, émaillent, émaillais, émaillait, émaillions, émailliez, émaillaient, émaillai, émaillas, émailla, émaillâmes, émaillâtes, émaillèrent, émaillerai, émailleras, émaillera, émaillerons, émaillerez, émailleront)
-
vernir verb (vernis, vernit, vernissons, vernissez, vernissent, vernissais, vernissait, vernissions, vernissiez, vernissaient, vernîmes, vernîtes, vernirent, vernirai, verniras, vernira, vernirons, vernirez, verniront)
-
Conjugations for glaceren:
o.t.t.
- glaceer
- glaceert
- glaceert
- glaceren
- glaceren
- glaceren
o.v.t.
- glaceerde
- glaceerde
- glaceerde
- glaceerden
- glaceerden
- glaceerden
v.t.t.
- heb geglaceerd
- hebt geglaceerd
- heeft geglaceerd
- hebben geglaceerd
- hebben geglaceerd
- hebben geglaceerd
v.v.t.
- had geglaceerd
- had geglaceerd
- had geglaceerd
- hadden geglaceerd
- hadden geglaceerd
- hadden geglaceerd
o.t.t.t.
- zal glaceren
- zult glaceren
- zal glaceren
- zullen glaceren
- zullen glaceren
- zullen glaceren
o.v.t.t.
- zou glaceren
- zou glaceren
- zou glaceren
- zouden glaceren
- zouden glaceren
- zouden glaceren
en verder
- is geglaceerd
- zijn geglaceerd
diversen
- glaceer!
- glaceert!
- geglaceerd
- glacerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for glaceren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
glacer | glaceren | glazuren; met glazuur bedekken; verglazen |
vernir | glaceren | beschilderen; glazuren; lakken; met glazuur bedekken; schilderen; verglazen; vernissen; verven |
émailler | glaceren | emailleren; moffelen |