Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. hofhouding:
  2. Wiktionary:
    • hofhouding → cour


Dutch

Detailed Translations for hofhouding from Dutch to French

hofhouding:

hofhouding [de ~ (v)] noun

  1. de hofhouding (gevolg)
    la maison du roi; le servants à la cour; le personnel de la cour; le train; la cour

Translation Matrix for hofhouding:

NounRelated TranslationsOther Translations
cour gevolg; hofhouding balie; gaard; gelijkzijdige vierhoek; gerecht; gerechtelijke instantie; gerechtshof; hof; rechtbank; rechtscollege; schoolplein; speelplaats; speelplein; tribunaal; tuin; vierkant
maison du roi gevolg; hofhouding
personnel de la cour gevolg; hofhouding
servants à la cour gevolg; hofhouding
train gevolg; hofhouding beloop; gang; rijsnelheid; sleep; snelheid; spoed; spoortrein; tempo; trein; vaart

Related Words for "hofhouding":

  • hofhoudingen

Wiktionary Translations for hofhouding:


Cross Translation:
FromToVia
hofhouding cour court — collective body of persons composing the retinue of a sovereign or person high in authority